ECLI:NL:GHAMS:2024:1537
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- A.W.T. Klappe
- R.D. van Heffen
- A.R.O. Mooy
- Rechtspraak.nl
Toekenning van schadevergoeding en rechtsbijstand in strafzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 juni 2024 uitspraak gedaan op verzoekschriften van de verzoeker, die schadevergoeding en kosten voor rechtsbijstand eiste in verband met een strafzaak. De verzoekschriften zijn op 15 november 2023 ingediend, en de advocaat-generaal heeft op 13 mei 2024 zijn standpunt kenbaar gemaakt. Tijdens de openbare behandeling op 14 mei 2024 was de verzoeker niet aanwezig, hoewel hij behoorlijk was opgeroepen. De verzoeker stelde schade te hebben geleden door een ondergane verzekering in de strafzaak, en vroeg om een vergoeding van € 320,00, alsook om rechtsbijstandskosten van in totaal € 15.556,11 voor de strafzaak en € 680,00 voor de verzoekschriftprocedure.
Het hof heeft vastgesteld dat de strafzaak op 5 september 2023 onherroepelijk is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. Het hof oordeelde dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn voor het toekennen van een schadevergoeding. Voor de ondergane verzekering in de politiecel werd een forfaitaire vergoeding van € 260,00 per dag toegekend. Daarnaast werd een vergoeding van € 15.556,11 voor rechtsbijstand in de strafzaak en € 680,00 voor de verzoekschriftprocedure toegewezen. Het hof wees het overige verzochte af en beval de onverwijlde betekening van de beschikking aan de verzoeker.
De beslissing werd genomen door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof, met de voorzitter mr. A.W.T. Klappe, en de griffier mr. D. de Jong. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken tijdens de openbare zitting.