ECLI:NL:GHAMS:2024:1527
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- A.W.T. Klappe
- R.D. van Heffen
- A.R.O. Mooy
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een klaagschrift tot opheffing van beslag op een iPhone
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 juni 2024 uitspraak gedaan op een klaagschrift van klaagster, die de opheffing van het beslag op haar iPhone (goednummer 6259472) verzocht. Het klaagschrift is op 16 november 2023 ingediend en de advocaat-generaal heeft op 13 maart 2024 zijn standpunt kenbaar gemaakt. Tijdens de openbare behandeling op 14 mei 2024 is klaagster, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. De raadsman van klaagster heeft betoogd dat het onwaarschijnlijk is dat de telefoon verbeurd zal worden verklaard, aangezien het onderzoek gereed is en er geen witwassen met de telefoon heeft plaatsgevonden. De advocaat-generaal heeft echter gesteld dat het klaagschrift ongegrond verklaard moet worden, omdat het belang van de strafvordering zich tegen teruggave verzet.
Het hof heeft in zijn beoordeling overwogen dat bij een klaagschrift gericht tegen een beslag, de rechter moet nagaan of het belang van de strafvordering het voortduren van het beslag vordert. Dit houdt in dat als niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter later tot verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer zal overgaan, het beslag moet blijven voortduren. Het hof heeft geconcludeerd dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de rechter in hoger beroep de verbeurdverklaring van de iPhone zal bevelen. Daarom heeft het hof het klaagschrift ongegrond verklaard.
De beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam en is ondertekend door de voorzitter en de griffier. Tegen deze beschikking kan klaagster binnen veertien dagen na betekening beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.