ECLI:NL:GHAMS:2024:151

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 januari 2024
Publicatiedatum
23 januari 2024
Zaaknummer
200.313.915/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake incasso advocatendeclaratie en beroep op dwaling

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Split Vision Advies B.V. en Split Vision Systemen B.V. tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had in een eerder vonnis van 2 februari 2022 de vordering van de maatschap, de geïntimeerde, toegewezen en die van Split Vision c.s. afgewezen. Split Vision c.s. hebben in hoger beroep de vernietiging van het vonnis gevorderd, met de afwijzing van de vordering van de geïntimeerde en toewijzing van hun eigen vordering. De geïntimeerde heeft op haar beurt bekrachtiging van het vonnis gevorderd.

De rechtbank had vastgesteld dat Split Vision c.s. onbetaald gelaten declaraties van de geïntimeerde, die hen bijstond in een hoger beroep tegen de gemeente Leeuwarden, en dat zij zich beriepen op toerekenbaar tekortschieten van de geïntimeerde. Het hof heeft de feiten die door de rechtbank zijn vastgesteld, als uitgangspunt genomen en geconcludeerd dat de grieven van Split Vision c.s. ongegrond zijn. Het hof oordeelt dat de geïntimeerde niet tekort is geschoten in haar verplichtingen en dat de vorderingen van Split Vision c.s. onvoldoende feitelijk onderbouwd zijn.

Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt Split Vision c.s. in de kosten van het geding in hoger beroep. De kosten zijn begroot op € 2.135 aan verschotten en € 3.062 voor salaris. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 23 januari 2024.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.313.915/01
zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam: C/13/695279 / HA ZA 20-1305
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 23 januari 2024
inzake
1)
SPLIT-VISION ADVIES B.V.,
en
2)
SPLIT-VISION SYSTEMEN B.V.,
beiden gevestigd te Eindhoven ,
appellanten,
advocaat: mr. T.R. Dicke te Amsterdam,
tegen
de maatschap
[geïntimeerde],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. S. Ibrahim te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Appellanten worden hierna ieder afzonderlijk Split Vision Advies en Split Vision Systemen of gezamenlijk Split Vision c.s. genoemd en geïntimeerde [geïntimeerde] .
Split Vision c.s. zijn bij dagvaarding van 29 april 2022 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 februari 2022, onder bovenvermeld zaak-/rolnummer gewezen tussen [geïntimeerde] als eiseres in conventie, tevens verweerster in reconventie en Split Vision c.s. als gedaagden in conventie tevens eiseressen in reconventie. Op 1 december 2022 heeft een mondelinge behandeling na aanbrengen plaatsgehad. [geïntimeerde] heeft bij die gelegenheid bij akte nadere producties ingebracht. Na afloop van de mondelinge behandeling is de zaak verwezen naar de rol voor voort procederen.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, met producties;
- memorie van antwoord, met producties.
Ten slotte is arrest gevraagd.
Split Vision c.s. hebben geconcludeerd tot - kort weergegeven - vernietiging van het vonnis zowel in conventie als in reconventie gewezen en tot afwijzing alsnog van de vordering van [geïntimeerde] en toewijzing alsnog van haar eigen vordering, met - uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten, waaronder de nakosten, met rente.
[geïntimeerde] hebben geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis in conventie en in reconventie, met - uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van Split Vision c.s. in de kosten.
[geïntimeerde] heeft in hoger beroep bewijs aangeboden.

2.Feiten

2.1.
De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.26 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Samengevat en voor zover in hoger beroep niet bestreden en van belang, komen de feiten neer op het volgende.
2.2.
Split Vision c.s. hebben tegen de gemeente Leeuwarden geprocedeerd met bijstand van mr. K. Aantjes, advocaat te Den Haag. Bij vonnis van de rechtbank Den Haag van 3 juni 2020 is de vordering van Split Vision c.s. afgewezen en die van de gemeente Leeuwarden toegewezen. Mr. Aantjes heeft namens Split Vision c.s. tegen dat vonnis hoger beroep ingesteld.
2.3.
Bij e-mail van 15 oktober 2020 heeft [geïntimeerde] - onder verwijzing naar haar als bijlagen meegezonden vaste bevestigingsbrief en algemene voorwaarden -aan [naam] , enig statutair bestuurder van Split Vision c.s. een aanbod gedaan voor de behandeling van het hoger beroep. Dat aanbod houdt in, voor zover van belang, dat [geïntimeerde] voor haar werkzaamheden een honorarium in rekening zal brengen op basis van het aantal gewerkte uren tegen een uurtarief tussen de € 170 en € 325, vermeerderd met btw en 6% kantoorkosten en verdere kosten, en voorts dat doorgaans per maand of afgeronde zaak wordt gedeclareerd met een betalingstermijn van 14 dagen, vergezeld van een urenspecificatie.
2.4.
Op voorstel van [geïntimeerde] is voor rekening van Split Vision c.s. een deskundige ingeschakeld.
2.5.
Op 23 oktober 2020 heeft [geïntimeerde] aan Split Vision c.s. en de deskundige een document getiteld Hoofdpunten strategie’ gestuurd. Onderdeel van de voorgestelde strategie was dat [geïntimeerde] eerst met een concept memorie van grieven zou komen, nadat de deskundige zijn rapport had gefinaliseerd.
2.6.
Op 5 november 2020 heeft [geïntimeerde] een honorarium van € 13.753,50, vermeerderd met btw en kantoorkosten per saldo € 17.640,24, aan Split Vision c.s. in rekening gebracht voor de periode 13 oktober 2020 tot en met 30 oktober 2020, onder verwijzing naar een als bijlage meegezonden urenspecificatie.
2.7.
Op 24 november 2020 heeft mr. A.E. Dekhuijzen, advocaat te Amsterdam, in opdracht en voor rekening van Split Vision c.s. een door Split Vision c.s. als ‘second opinion’ aangeduid stuk opgesteld.
2.8.
Op 25 november 2020 hebben Split Vision c.s. de overeenkomst van opdracht aan [geïntimeerde] opgezegd.
2.9.
Op 26 november 2020 heeft [geïntimeerde] haar einddeclaratie aan Split Vision c.s. gestuurd en daarbij een honorarium in rekening gebracht van € 15.671, vermeerderd met btw en kantoorkosten, per saldo € 20.099,62, voor de periode 2 november 2020 tot en met 25 november 2020, onder verwijzing naar een als bijlage meegezonden urenspecificatie.
2.10.
Split Vision c.s. hebben de declaraties van [geïntimeerde] onbetaald gelaten.

3.Beoordeling

3.1
[geïntimeerde] heeft in dit geding gevorderd dat Split Visíon c.s. worden veroordeeld tot betaling van haar declaraties per saldo € 37.739,86, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente rente vanaf de vervaldag van de respectieve declaratie en met € 1.152,40 voor buitengerechtelijke incassokosten, met rente.
3.2.
Split Vision c.s. hebben de vordering bestreden met een beroep op toerekenbaar tekortschieten van [geïntimeerde] en/of onrechtmatig handelen en op dezelfde grondslag gevorderd dat [geïntimeerde] wordt veroordeeld tot betaling van de kosten van de ‘second opinion’ van mr. Dekhuijzen ad € 12.749,04 en van die van het concept deskundigenrapport ad € 21.005,79, beide bedragen met rente vanaf 7 april 2021.
3.3.
De rechtbank heeft in conventie de vordering van [geïntimeerde] toegewezen en die van Split Vision c.s. afgewezen wegens - kort weergegeven - onvoldoende feitelijke en/of juridische grondslag van het verweer respectievelijk de vordering van Split Vision c.s.
3.4.
Grief 1strekt tot betoog dat de overeenkomst met [geïntimeerde] alleen door Split Vision Advies is aangegaan. De grief faalt. Split Vision Systemen was even zo goed als Split Vision Advies partij in de procedure tegen de gemeente Leeuwarden, het hoger beroep was tevens ingesteld namens Split Vision Systemen en de opdracht aan [geïntimeerde] is feitelijk verstrekt door [naam] die als statutair directeur bevoegd was om beide vennootschappen te vertegenwoordigen. In het licht daarvan had het op de weg gelegen van Split Vision c.s. bij het aangaan van de overeenkomst nadrukkelijk erop te wijzen dat alleen Split Vision Advies opdrachtgever was, althans alleen Split Vision Advies de voor het honorarium aansprakelijke partij. Bij gebreke daarvan mocht [geïntimeerde] gerechtvaardigd erop vertrouwen dat beide vennootschapen haar opdrachtgever waren en hoofdelijk voor het honorarium aansprakelijk zijn.
3.5.
De grieven strekken verder in de kern tot betoog dat [geïntimeerde] niet over de vereiste IT kennis en ervaring beschikte om haar bij te staan in het hoger beroep, zodat de overeenkomst vernietigbaar is op grond van dwaling, althans ontbindbaar wegens toerekenbaar tekortschieten, reden waarom zij niets aan [geïntimeerde] verschuldigd is en daarentegen [geïntimeerde] gehouden is tot vergoeding van haar schade bestaande in de kosten van de second opinion en die van de deskundige. Split Vision c.s. voeren daartoe aan dat [geïntimeerde] geen enkele inhoudelijke bijdrage hebben geleverd aan het hoger beroep, althans dat daarvan niet is gebleken, anders dan uit een document van 23 oktober 2020 en een e-mail van 22 november 2020, waarvoor [geïntimeerde] blijkens de urenspecificatie € 627 respectievelijk hooguit € 1.131 in rekening heeft gebracht.
3.6.
De grieven falen omdat niet kan worden vastgesteld dat het [geïntimeerde] aan de nodige IT-kennis en ervaring heeft ontbroken. Dat volgt niet reeds uit het feit dat [geïntimeerde] niet meer dan twee inhoudelijke stukken aan Split Vision c.s. heeft laten zien. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat Split Vision c.s. niet stellen dat uit de inhoud van deze stukken blijkt dat [geïntimeerde] onvoldoende IT kennis en ervaring had. Het gestelde tekortschieten aan kennis en ervaring volgt evenmin uit het feit dat [geïntimeerde] op de herhaalde verzoeken van Split Vision c.s. om een concept memorie van grieven niet is ingegaan. Onderdeel van de door [geïntimeerde] c.s. aan Split Vision gepresenteerde strategie was immers dat zij eerst met een concept memorie van grieven zou komen nadat de deskundige zijn rapport had gefinaliseerd. Niet valt in te zien dat deze strategie niet beantwoordt aan wat van een redelijk handelend en bekwaam advocaat mag worden verwacht. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat een advocaat in beginsel de vrijheid heeft om de processtrategie te bepalen en dat bovendien Split Vision c.s. tegen de door [geïntimeerde] gekozen strategie niet kenbaar heeft geprotesteerd.
3.7.
Gelet op het voorgaande zijn de beroepen op dwaling en toerekenbaar tekortschieten feitelijk ongegrond, althans onvoldoende feitelijk onderbouwd. Split Vision c.s. zijn dus niet van hun betalingsverplichting jegens [geïntimeerde] bevrijd en hebben geen recht op betaling door [geïntimeerde] van enig bedrag ten titel van schadevergoeding.
3.8.
De slotsom is dat het bestreden vonnis in hoger beroep stand houdt. De grieven hebben dus geen succes of behoeven bij gebrek aan belang geen – verdere - bespreking. Het vonnis zal worden bekrachtigd en Split Vision c.s. worden als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.

4.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt Split Vision c.s. in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van [geïntimeerde] begroot op € 2.135 aan verschotten en € 3.062 voor salaris;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.S. Arnold, G.C. Boot en F.J. van de Poel en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 23 januari 2024.