Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 16 oktober 2022 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde 1] opzettelijk van het leven te beroven, met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) heeft afgevuurd op of in de richting van die [benadeelde 1] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 16 oktober 2022 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [benadeelde 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een schotwond in de buik en/of zij, in elk geval in het lichaam, heeft toegebracht door met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) af te vuren op of in de richting van die [benadeelde 1] ;
hij op of omstreeks 16 oktober 2022 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) heeft afgevuurd op of in de richting van die [benadeelde 1] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 16 oktober 2022 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde 2] opzettelijk van het leven te beroven, met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) heeft afgevuurd op of in de richting van die [benadeelde 2] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 16 oktober 2022 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [benadeelde 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een schotwond in de voet, in elk geval in het lichaam, heeft toegebracht door met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) af te vuren op of in de richting van die [benadeelde 2] ;
hij op of omstreeks 16 oktober 2022 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) heeft afgevuurd op of in de richting van die [benadeelde 2] terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 16 oktober 2022 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een of meerdere (onbekend gebleven) persoon/personen, te weten voorbijganger(s) in de IJ-hal van het Centraal Station, opzettelijk van het leven te beroven, met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) heeft afgevuurd op en/of in de richting van en/of in de nabijheid van die voornoemde persoon/personen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 16 oktober 2022 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan om een of meerdere (onbekend gebleven) persoon/ personen, te weten voorbijganger(s) in de IJ-hal van het Centraal Station, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) heeft afgevuurd op of in de richting van en/of in de nabijheid van die voornoemde persoon/personen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 16 oktober 2022 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een wapen van categorie II, onder 3 van de Wet wapens en munitie, te weten een enkelloops kogelgeweer, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 23 oktober 2022 te Almere, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) heeft afgevuurd op of in de richting van die [slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 23 oktober 2022 te Almere, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een schotwond in de buik, in elk geval in het lichaam, heeft toegebracht door met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) af te vuren op of in de richting van die [slachtoffer] ;
hij op of omstreeks 23 oktober 2022 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) heeft afgevuurd op of in de richting van die [slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 23 oktober 2022 te Almere, althans in Nederland, een wapen van categorie II, onder 3 van de Wet wapens en munitie, te weten een enkelloops kogelgeweer, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad.
Vonnis waarvan beroep
- tot een andere beslissing ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde komt;
- tot een andere strafoplegging komt;
- tot een andere beslissing ten aanzien van de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 2] komt.
Inleiding
Bewijs
i)geen sprake was van een aanmerkelijke kans op zijn overlijden en, zo die er wel was,
ii)de verdachte zich niet bewust is geweest van deze kans en
iii)de verdachte deze kans evenmin heeft aanvaard. Uit het dossier en de camerabeelden volgt immers ontegenzeggelijk dat de verdachte van een zeer korte afstand op [benadeelde 1] heeft geschoten, waarbij nagenoeg zeker was dat [benadeelde 1] zou worden geraakt. Bovendien dient, gelet op de wijze waarop is geschoten, te worden geconcludeerd dat de kogel naar beneden was gericht. Het schieten in de richting van benen brengt volgens vaste jurisprudentie geen aanmerkelijke kans op de dood met zich.
Vrijspraak van het onder 3 tenlastegelegde
Bewezenverklaring
hij op 16 oktober 2022 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde 1] opzettelijk van het leven te beroven, met een vuurwapen een kogel heeft afgevuurd op [benadeelde 1] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 16 oktober 2022 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde 2] opzettelijk van het leven te beroven, met een vuurwapen een kogel heeft afgevuurd in de richting van die [benadeelde 2] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 16 oktober 2022 te Amsterdam, een wapen van categorie II, onder 3 van de Wet wapens en munitie, te weten een enkelloops kogelgeweer, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, voorhanden heeft gehad;
hij op 23 oktober 2022 te Almere, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, met een vuurwapen een kogel heeft afgevuurd op [slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 23 oktober 2022 te Almere, een wapen van categorie II, onder 3 van de Wet wapens en munitie, te weten een enkelloops kogelgeweer, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, voorhanden heeft gehad.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
nietook een beroep op noodweer wordt gedaan. Zes weken vóór 23 oktober 2022 heeft een incident tussen onder meer de verdachte en [slachtoffer] plaatsgevonden, waarbij een vriend van [slachtoffer] in de richting van de verdachte en zijn vriend zou hebben geschoten. Tijdens dit incident had [slachtoffer] een leidende rol. De verdachte en [slachtoffer] hebben elkaar op 23 oktober 2022 toevallig in Almere op straat getroffen en op [slachtoffer] initiatief is met elkaar gesproken. [slachtoffer] heeft op een gegeven moment aan de verdachte gevraagd:
“wil je zien dat ik op jou schiet?”, waardoor de verdachte – omdat hij dacht aan het eerdere incident – in paniek is geraakt. De verdachte heeft als reactie daarop zijn wapen getrokken en direct op [slachtoffer] geschoten, aldus de verdediging.
“wil je zien dat ik op jou schiet?”. Direct daarna heeft de verdachte van zeer dichtbij op [slachtoffer] geschoten.
- de verdachte en diens vrienden hebben voorkomen dat [slachtoffer] – die zich kennelijk aan de confrontatie wilde onttrekken – wegfietste;
- de verdachte stond met twee vrienden bij [slachtoffer] , zij waren dus getalsmatig veel sterker dan [slachtoffer] (die bovendien met een fiets tussen zijn benen stond);
- [slachtoffer] had geen wapen bij zich, de verdachte heeft ook verklaard dat hij geen wapen bij [slachtoffer] heeft gezien
- ook anderszins is niet gebleken of aannemelijk geworden dat [slachtoffer] een zodanige beweging heeft gemaakt waaruit kon worden opgemaakt dat hij een vuurwapen zou (kunnen) trekken.
daadwerkelijkeaanranding als bedoeld in artikel 40 Wetboek van Strafrecht (Sr) geen sprake is geweest. Immers, de verdachte schoot direct nadat [slachtoffer] voornoemde woorden sprak, terwijl ook anderszins niet is gebleken van
daadwerkelijkeaanranding door [slachtoffer] .
vreeshad voor een aanranding. Dat levert naar het oordeel van het hof in ieder geval onder voornoemde omstandigheden geen ‘onmiddellijk dreigend gevaar voor aanranding’ op. Er is dus – kort gezegd – geen sprake geweest van een aanranding in de zin van artikel 41 Sr, zodat het beroep op noodweerexces faalt.
“wil je zien dat ik op jou schiet”, niet maken dat de verdachte zich verontschuldigbaar heeft kunnen inbeelden dat hij daadwerkelijk zou worden neergeschoten en redelijkerwijs kon en mocht menen dat hij zich tegen dat vermeende gevaar moest verdedigen door de wijze waarop hij dat heeft gedaan: [slachtoffer] van zeer nabij neer te schieten, ook niet als het hof veronderstellenderwijs uitgaat van – kort gezegd – de aannemelijkheid van het door de verdachte beschreven eerdere schietincident. Dat de verdachte – die ter terechtzitting in hoger beroep heeft verklaard dat hij op dat moment ook boos was – in paniek is geraakt waardoor hij de situatie verkeerd heeft ingeschat, is bovendien niet aannemelijk geworden. Enige ondersteuning daarvoor ontbreekt.
Oplegging van straf en maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
- de aard, de ernst en de verwijtbaarheid van het onrechtmatige handelen van de verdachte, alsmede de ernst van de inbreuk die daarmee op de lichamelijke integriteit van de benadeelde partij is gemaakt;
- de nadelige gevolgen die het handelen van de verdachte heeft gehad op het leven van de benadeelde partij;
- de schadevergoeding die in vergelijkbare gevallen door rechters worden opgelegd.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
- de aard, de ernst en de verwijtbaarheid van de onrechtmatige handelen van de verdachte, alsmede de ernst van de inbreuk die daarmee op de lichamelijke integriteit van de benadeelde partij is gemaakt;
- de nadelige gevolgen die het handelen van de verdachte heeft gehad op het leven van de benadeelde partij;
- de schadevergoeding die in vergelijkbare gevallen door rechters worden opgelegd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) jaren.
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z Wetboek van Strafrecht.
€ 15.000,00 (vijftienduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 15.573,44 (vijftienduizend vijfhonderddrieënzeventig euro en vierenveertig cent) bestaande uit € 573,44 (vijfhonderddrieënzeventig euro en vierenveertig cent) materiële schade en € 15.000,00 (vijftienduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.