ECLI:NL:GHAMS:2024:1408
Gerechtshof Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking verzoek ongegrond verklaard in hoger beroep tegen vonnis rechtbank Amsterdam
Op 17 mei 2024 heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een verzoek tot wraking van de raadsheer mr. R.M. Steinhaus ongegrond verklaard. Het wrakingsverzoek was ingediend door verzoeker, die in hoger beroep was tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 19 juni 2023. In die zaak was verzoeker veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van € 250 wegens het opzettelijk niet voldoen aan een ambtelijk bevel tijdens een coronademonstratie. Verzoeker stelde dat de raadsheer vooringenomen was, omdat hij een last tot aanwijzing van een advocaat had gegeven, wat volgens verzoeker in strijd zou zijn met artikel 6 EVRM, dat het recht op zelfverdediging waarborgt.
De raadsheer verdedigde zijn beslissing door te stellen dat de aard van de te voeren verweren een verdedigingsbelang met zich meebracht, wat de aanwijzing van een advocaat rechtvaardigde. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van de raadsheer niet zo onbegrijpelijk was dat deze alleen verklaard kon worden door vooringenomenheid. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn en dat er uitzonderlijke omstandigheden nodig zijn om tot een andere conclusie te komen. Het verzoek tot wraking werd daarom afgewezen.
Verzoeker voegde later nog een argument toe over het afwijzen van getuigen à decharge, maar dit werd niet in de beoordeling meegenomen omdat het niet gelijktijdig met het wrakingsverzoek was ingediend. De wrakingskamer concludeerde dat er geen grond was voor de vrees van vooringenomenheid en verklaarde het verzoek tot wraking ongegrond.