ECLI:NL:GHAMS:2024:1366

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 mei 2024
Publicatiedatum
21 mei 2024
Zaaknummer
200.339.709/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake aannemingsovereenkomst en tekortkomingen aannemer met betrekking tot dakkapel

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van DAKKAPEL.NL B.V. tegen een eerdere uitspraak met betrekking tot een aannemingsovereenkomst. De appellante, vertegenwoordigd door mr. F.J.M. Kobossen, heeft hoger beroep ingesteld tegen de geïntimeerde, die wordt bijgestaan door mr. L.I. Brom. De zaak betreft de vraag of de grief van de appellante voldoende duidelijk is geformuleerd en of er sprake is van een toerekenbare tekortkoming van de aannemer. Daarnaast wordt er gediscussieerd over de kosten die in rekening zijn gebracht voor de aanpassing van de dakkapel en de vraag of deze kosten als onverschuldigde betaling kunnen worden aangemerkt. Het hof heeft besloten om een mondelinge behandeling na aanbrengen te gelasten, met als doel het beproeven van een minnelijke regeling en het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep. Partijen zijn verplicht om hun verhinderdagen op te geven en de benodigde stukken tijdig in te dienen. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan totdat de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.339.709/01
zaaknummer rechtbank : 9800221/ CV EXPL 22-1316
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 21 mei 2024
inzake
DAKKAPEL.NL B.V.,
gevestigd te Deventer,
appellante,
advocaat: mr. F.J.M. Kobossen te Twello,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. L.I. Brom te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Appellante heeft bij exploot geïntimeerde aangezegd in hoger beroep te komen van een of meer tussen partijen in de onderhavige zaak gewezen vonnissen, met dagvaarding van geïntimeerde voor dit hof.
De zaak is op de rol ingeschreven en geïntimeerde is bij advocaat verschenen.

2.Beoordeling

Het hof ziet aanleiding om een mondelinge behandeling na aanbrengen te gelasten. Het doel is het beproeven van een minnelijke regeling en/of het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep, mede aan de hand van door partijen en hun advocaten te geven inlichtingen, waarbij onder meer mediation, bewijsvoering en/of rapportage door deskundigen aan de orde kunnen komen. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
Meer informatie over de mondelinge behandeling na aanbrengen en wat van partijen en hun advocaten verwacht wordt is digitaal beschikbaar via de link die te vinden is bij artikel 4.1 van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven.

3.Beslissing

Het hof:
bepaalt dat partijen in persoon respectievelijk, voor zover partijen rechtspersoon zijn, vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte is en die bevoegd is (door schriftelijke machtiging of anderszins) tot het aangaan van een schikking, tezamen met hun advocaten zullen verschijnen voor het tot raadsheercommissaris benoemde lid van het hof, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie, IJdok 20 te Amsterdam, op een nader te bepalen tijdstip, tot het hiervoor onder 2 omschreven doel;
bepaalt dat partijen binnen 2 weken gemotiveerd kunnen laten weten af te willen zien van een mondelinge behandeling na aanbrengen, bijvoorbeeld omdat schikkingsbereidheid ontbreekt, waarna de raadsheercommissaris zal beslissen of de mondelinge behandeling doorgang vindt;
bepaalt dat partijen binnen 2 weken na heden op de rol van 4 juni 2024:
- Appellante – een kopie van het volledig procesdossier (de stukken van de eerste aanleg met inbegrip van de producties en appeldagvaarding) in
tweevoudzal indienen.
- Partijen – hun verhinderdagen en die van hun advocaten voor de eerstkomende 4 maanden kunnen opgeven, waarna het hof de dag en het tijdstip van de mondelinge behandeling zal vaststellen, in welk geval behoudens klemmende redenen of overmacht geen uitstel van de mondelinge behandeling meer zal worden verleend.
bepaalt dat de datum van de mondelinge behandeling na aanbrengen in het roljournaal vermeld zal worden;
bepaalt dat partijen uiterlijk 2 weken vóór de dag van de mondelinge behandeling de stukken waarop zij voor het overige een beroep zouden willen doen, in kopie over zullen leggen door toezending aan het hof (roladministratie – team handel) en de wederpartij;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C.W. Rang, A.R. Sturhoofd en L. Alwin en in het openbaar uitgesproken op 21 mei 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.