ECLI:NL:GHAMS:2024:1354

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 april 2024
Publicatiedatum
20 mei 2024
Zaaknummer
23-000493-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep niet-ontvankelijkheid verdachte wegens geldboete van maximaal 50 euro

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 28 februari 2024 was gewezen. De verdachte was veroordeeld tot een geldboete van € 50,- voor openbare dronkenschap, wat volgens artikel 404, tweede lid, aanhef en onder b van het Wetboek van Strafvordering betekent dat er geen hoger beroep openstaat, aangezien de opgelegde straf niet hoger is dan het maximum van € 50,00. De verdachte had verzocht om uitstel van de behandeling van zijn strafzaak, maar het hof concludeert dat hij bekend was met de zitting op de datum van het vonnis. Hierdoor is de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de oudste en jongste raadsheer niet in staat waren het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000493-24
datum uitspraak: 25 april 2024
NIET VERSCHENEN
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland (locatie Haarlem) van 28 februari 2024 in de strafzaak onder parketnummer 96-326890-22 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2005,
adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 25 april
2024.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennis genomen van de standpunten van de advocaat-generaal, verwoord in haar e-mailbericht van 22 april 2024, en van de raadsman, verwoord in zijn e-mailbericht van 24 april 2024 alsmede van de vordering van de advocaat-generaal ter terechtzitting, strekkende tot niet-ontvankelijkheid van de verdachte.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De kantonrechter heeft de verdachte op 28 februari 2024 ter zake van overtreding van artikel 453 van het Wetboek van Strafrecht (openbare dronkenschap) veroordeeld tot een geldboete van € 50,-, subsidiair 1 dag jeugddetentie.
Ingevolge art. 404, tweede lid, aanhef en onder b van het Wetboek van Strafvordering (verder: Sv) staat tegen vonnissen van de rechtbank geen hoger beroep open indien geen andere straf is opgelegd dan een geldboete tot een maximum van € 50,00. Dat betekent dat ook indien dit maximum is opgelegd, geen hoger beroep openstaat.
De uitzondering van artikel 404, derde lid Sv doet zich in dit geval niet voor. Weliswaar is het vonnis bij verstek gewezen, maar uit het feit dat de verdachte per brief van 6 januari 2024 onder vermelding van datum, tijdstip en plaats de rechtbank heeft verzocht om uitstel van de behandeling van zijn strafzaak op 28 februari 2024 concludeert het hof dat de verdachte bekend was met de behandeling van zijn strafzaak op voornoemde datum, tijdstip en plaats.
Hetgeen de raadsman overigens heeft aangevoerd kan niet tot een ander oordeel leiden.
Uit bovenstaande volgt dat de verdachte niet kan worden ontvangen in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. D. Radder, mr. J.J.I. de Jong en mr. A.E. Kleene-Krom, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Tilburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 25 april 2024.
De oudste en de jongste raadsheer zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
.