ECLI:NL:GHAMS:2024:1350

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 mei 2024
Publicatiedatum
17 mei 2024
Zaaknummer
200.341.051/01 OK (PV)
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om onmiddellijke voorzieningen en benoeming tijdelijke commissarissen in de zaak B.V. Vitesse

Op 16 mei 2024 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een mondelinge uitspraak gedaan in de zaak van B.V. Vitesse. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Vitesse heeft op 10 mei 2024 een verzoekschrift ingediend voor onmiddellijke voorzieningen. Dit verzoek volgde op ernstige zorgen over de bedrijfsvoering en de betrokkenheid van gesanctioneerde personen bij Vitesse, wat leidde tot het verlies van vertrouwen van belangrijke zakelijke partners zoals ING Bank en accountant BDO. De Ondernemingskamer heeft op 13 mei 2024 partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling, waarbij uitsluitend het verzoek tot onmiddellijke voorzieningen zou worden behandeld. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de situatie van Vitesse kritiek was, met een dreigend faillissement en een Whoa-procedure aan de gang.

De Ondernemingskamer heeft geconstateerd dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan het beleid van Vitesse en heeft besloten om twee tijdelijke commissarissen te benoemen. Deze commissarissen zullen met onmiddellijke ingang aan de slag gaan, waarbij een van hen als voorzitter zal fungeren. De kosten van deze commissarissen komen voor rekening van Vitesse, die hiervoor zekerheid moet stellen. De Ondernemingskamer heeft ook bepaald dat het verzoek voor het overige op een later moment zal worden behandeld. De voorzitter heeft de zitting gesloten en het proces-verbaal van de uitspraak is opgemaakt.

Uitspraak

proces-verbaal
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.341.051/01 OK
Proces-verbaal van het verhandelde ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam van 16 mei 2024.
Tegenwoordig zijn mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. W.A.H. Melissen en mr. M.J. de Jongh, raadsheren, prof. drs. E. Eeftink RA en prof. dr. A.J. Brouwer RA, raden, en mr. D.I. Frans en mr. F.C.W. Wijffels, griffiers.
Aan de orde is de behandeling van het verzoekschrift van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
B.V. VITESSE,
gevestigd te Arnhem,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. J.J. Reiziger, kantoorhoudende te Groningen,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
B.V. VITESSE,
gevestigd te Arnhem,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. J.J. Reiziger, kantoorhoudende te Groningen,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PERFORMANCE MANAGEMENT HOLDING B.V.,
gevestigd te Arnhem,
2.
[A] ,
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. R.J. van Agterenen
mr. J.S. Faberkantoorhoudende te Amsterdam en
mr. N.J. Helder, kantoorhoudende te Londen, Verenigd Koninkrijk,
e n t e g e n
3. de stichting
STICHTING BETAALD VOETBAL “VITESSE-ARNHEM”,
gevestigd te Arnhem,
BELANGHEBBENDE,
niet verschenen.
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoekster /verweerster als B.V. Vitesse;
  • Performance Management Holding B.V. als PMH;
  • [A] als [A] ;
  • PMH en [A] samen als PMH c.s.;
  • Stichting Betaald Voetbal “Vitesse-Arnhem” als SBV Vitesse-Arnhem;
  • [B] als [B] ;
  • [C] als [C] ;
  • Wallaceline B.V. als Wallaceline;
  • [D] als [D] ;
- De licentiecommissie van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond als de licentiecommissie;
- Bureau Toetsing Investeringen van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat als BTI.
Ter terechtzitting zijn aanwezig:
- [D] , in zijn hoedanigheid als indirect bestuurder van Wallaceline, bijgestaan door mr. Reiziger
voormeld;
  • mr. A.J. Mes, notaris;
  • mr. Van Agteren, mr. Faber en mr. Helder;
  • mr. H. De Coninck, de herstructureringsdeskundige in de WHOA-procedure.
B.V. Vitesse heeft bij verzoekschrift van 10 mei 2024 de Ondernemingskamer verzocht, samengevat,
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Vitesse over de periode vanaf 20 februari 2024 tot en met 25 maart 2024;
als onmiddellijke voorzieningen voor de duur van de procedure [B] en [C] te schorsen als commissarissen van Vitesse en twee nader aan te wijzen personen te benoemen tot commissarissen van Vitesse, of een andere voorziening te treffen die de Ondernemingskamer juist acht;
te bepalen dat ieder van partijen de eigen proceskosten dient te dragen.
Bij brief van 13 mei 2024 heeft de Ondernemingskamer partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 16 mei 2024 met de mededeling dat uitsluitend het verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen zal worden behandeld en dat de verdere behandeling van het verzoek zal plaatsvinden op een nader te bepalen datum.
SBV Vitesse-Arnhem heeft bij e-mail van 13 mei 2024 meegedeeld geen verweer te zullen voeren en in te stemmen met het gelasten van de verzochte onmiddellijke voorzieningen.
PMH c.s. hebben bij verweerschrift van 15 mei 2024 de Ondernemingskamer verzocht het verzoek af te wijzen.
Op 14 mei 2024 heeft mr. Reiziger de Ondernemingskamer een e-mail gestuurd met als bijlage een e-mail van 14 mei 2024 waarin [B] aan [D] en [C] meedeelt dat hij met onmiddellijke ingang terugtreedt als commissaris van B.V. Vitesse.
Bij e-mail van eveneens 14 mei 2024 heeft [C] mr. Reiziger laten weten dat hij ontslag neemt als commissaris van de B.V. Vitesse vanaf het moment dat de Ondernemingskamer twee nieuwe tijdelijke commissarissen zal hebben benoemd. Mr. Reiziger heeft deze e-mail diezelfde dag aan de Ondernemingskamer verzonden.
De advocaten lichten de standpunten van de onderscheiden partijen toe. Mr. Reiziger doet dit aan de hand van aan de Ondernemingskamer en de wederpartij overgelegde aantekeningen. Partijen en hun advocaten en de herstructureringsdeskundige beantwoorden vragen van de Ondernemingskamer en verstrekken inlichtingen.
Mr. Reiziger ziet af van repliek.
De voorzitter deelt mede dat de Ondernemingskamer gelet op het spoedeisend belang van de verzochte voorzieningen mondeling uitspraak zal doen en schorst de behandeling ter terechtzitting voor beraad.
Na hervatting van de behandeling doet de Ondernemingskamer als volgt mondeling uitspraak:
Vooralsnog is uitsluitend aan de orde het verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen.
Uit het dossier blijkt genoegzaam dat belangrijke zakelijke partners van B.V. Vitesse, waaronder ING Bank, accountant BDO en met name ook de licentiecommissie van de KNVB, vragen hebben gesteld over onder meer de aard van de betrokkenheid van (mogelijk) gesanctioneerde personen bij B.V. Vitesse en dat zij menen dat zij door B.V. Vitesse structureel onvoldoende, onjuist en of onvolledig zijn geïnformeerd. Als gevolg daarvan hebben deze partners het vertrouwen in B.V. Vitesse verloren. De stand van zaken is nu zo dat ING de bankrelatie heeft opgezegd, dat BDO haar dienstverlening heeft beëindigd en de jaarrekening 2022/2023 nog niet is vastgesteld. BTI heeft zich op het voorlopig standpunt gesteld dat B.V. Vitesse onder indirecte controle staat van een gesanctioneerde persoon en dat de aandelen en activa van B.V. Vitesse moeten worden bevroren indien zij geen afstand neemt van haar aandeelhouder. De licentiecommissie heeft aangekondigd dat zij op 17 mei 2024 de licentie betaald voetbal van B.V. Vitesse zal intrekken als een en ander niet zal zijn verholpen. B.V. Vitesse is onderwerp van een Whoa-procedure en staat op de rand van faillissement.
Het voorgaande levert naar voorlopig oordeel van de Ondernemingskamer gegronde redenen op om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van B.V. Vitesse. Bovendien zijn er zwaarwegende redenen die maken dat de toestand van de vennootschap het treffen van de gevraagde onmiddellijke voorzieningen vereist.
Dit leidt tot de volgende beslissing.
De Ondernemingskamer:
benoemt bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van de procedure – voor zover nodig in afwijking van de statuten – twee nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken personen tot commissarissen van B.V. Vitesse, waarbij een van hen zal fungeren als voorzitter van de raad van commissarissen met, zo nodig, een doorslaggevende stem.
bepaalt dat het salaris en de kosten van deze commissarissen voor rekening komen van B.V. Vitesse en bepaalt dat B.V. Vitesse voor de betaling daarvan ten genoegen van de commissarissen zekerheid dient te stellen vóór de aanvang van hun werkzaamheden;
verklaart deze beslissingen uitvoerbaar bij voorraad;
verstaat dat [C] met onmiddellijke ingang is teruggetreden als commissaris van B.V. Vitesse;
bepaalt dat het verzoek voor het overige zal worden behandeld op een nader te bepalen datum.
De voorzitter sluit de behandeling ter terechtzitting.
Waarvan proces-verbaal,