ECLI:NL:GHAMS:2024:1313
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van gezinsproblematiek
In deze zaak gaat het om de ondertoezichtstelling van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, heeft op 6 september 2023 de ondertoezichtstelling van de kinderen uitgesproken voor de duur van een jaar. De moeder, verzoekster in hoger beroep, is het niet eens met deze beslissing en stelt dat er geen ernstige ontwikkelingsbedreiging is en dat hulpverlening in het gedwongen kader niet noodzakelijk is. De Raad voor de Kinderbescherming steunt de beslissing van de kinderrechter.
De moeder heeft op 5 december 2023 hoger beroep aangetekend. De Raad heeft op 16 januari 2024 een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting op 4 april 2024 waren de moeder, haar advocaat, de Raad en de gezinsvoogd aanwezig. De feiten tonen aan dat de kinderen al geruime tijd tussen de conflicten van de ouders staan, wat hen ernstig belast. De moeder heeft in het verleden hulpverlening geaccepteerd, maar heeft ook aangegeven dat haar psychotherapie is gestagneerd.
Het hof oordeelt dat de gronden voor de ondertoezichtstelling aanwezig zijn. De kinderen worden ernstig bedreigd in hun ontwikkeling door de spanningen tussen de ouders. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en stelt dat het noodzakelijk is dat de GI de ontwikkeling van de kinderen blijft monitoren. De beslissing is op 14 mei 2024 openbaar uitgesproken.