ECLI:NL:GHAMS:2024:1283
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep tegen vonnis politierechter
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 26 april 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in eerste aanleg door de politierechter in de rechtbank Noord-Holland was veroordeeld. De verdachte, geboren in 1991 en thans gedetineerd, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 18 december 2023. Tijdens de zitting op 6 februari 2024 werd de zaak geschorst zonder inhoudelijke behandeling. Op 21 februari 2024 heeft de verdachte aangegeven het hoger beroep niet langer te willen handhaven, wat door zijn raadsvrouw werd bevestigd tijdens de zitting. Het hof heeft vervolgens geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het hoger beroep, omdat er geen rechtens te respecteren belang meer is dat een nader onderzoek rechtvaardigt. De advocaat-generaal heeft aangegeven dat zij zal handelen conform de werkwijze van het Openbaar Ministerie met betrekking tot de vorderingen van benadeelde partijen die in eerste aanleg niet zijn behandeld. Het hof heeft in zijn beslissing de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, en dit arrest is uitgesproken in de openbare terechtzitting van het gerechtshof.