ECLI:NL:GHAMS:2024:1258
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderalimentatie en draagkracht van de ouders na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de kinderalimentatie na de echtscheiding van de ouders. De moeder heeft op 25 augustus 2023 hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin de vader was verplicht om € 25,- per kind per maand te betalen. De moeder verzocht om de kinderalimentatie te verhogen naar € 358,- per kind per maand, met terugwerkende kracht vanaf 6 oktober 2022. De vader heeft verweer gevoerd en verzocht om de eerdere beschikking te bekrachtigen.
De ouders zijn gescheiden op 26 juli 2012 en hebben drie kinderen, waarvan twee minderjarig zijn. De kinderen wonen bij de moeder, die een bijstandsuitkering ontvangt. Het hof heeft de draagkracht van de vader beoordeeld, die een netto besteedbaar inkomen (NBI) van € 2.367,- per maand heeft. Het hof heeft vastgesteld dat de vader rekening moet houden met zijn schulden, maar dat deze niet verwijtbaar zijn. Hierdoor is de draagkracht van de vader lager dan de behoefte van de kinderen, wat betekent dat hij zijn volledige draagkracht moet bijdragen aan de kosten van de kinderen.
Het hof heeft de kinderalimentatie vastgesteld op € 53,50 per kind per maand voor de periode van 29 mei 2023 tot 30 november 2023, € 123,50 per kind per maand van 30 november 2023 tot 1 februari 2024, en € 135,50 per kind per maand vanaf 1 februari 2024. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is op 7 mei 2024 openbaar uitgesproken.