ECLI:NL:GHAMS:2024:1227
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Deelmatige vernietiging van ondertoezichtstelling van een minderjarige in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de ondertoezichtstelling van de minderjarige [minderjarige]. De vader, verzoeker in hoger beroep, had beroep aangetekend tegen de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam van 6 oktober 2023, waarin de ondertoezichtstelling van [minderjarige] was uitgesproken op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming. De vader, die momenteel gedetineerd is, verzocht om de ondertoezichtstelling te beëindigen, terwijl de Raad en de moeder de ondertoezichtstelling wilden handhaven. Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarige zich goed ontwikkelt en dat er geen concrete aanwijzingen zijn dat zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd. De vader heeft aangegeven bereid te zijn om mee te werken aan vrijwillige hulpverlening, en het hof heeft geoordeeld dat de hulpverlening bij de Blauwe Beer voldoende is om de situatie van de minderjarige te verbeteren. Het hof heeft de beschikking van de kinderrechter voor de periode van 6 oktober 2023 tot heden bekrachtigd, maar de ondertoezichtstelling voor de periode vanaf heden tot 6 oktober 2024 vernietigd. Het hof heeft benadrukt dat het van belang is dat beide ouders zich inzetten voor de hulpverlening en dat de Raad opnieuw een verzoek kan indienen indien de situatie verslechtert.