Uitspraak
mr. M.P.H. Sandersen
mr. R.M. de Rooij, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
[C],
mr. J.G.M. de Koningen
mr. J.G. Uijttenhove-Kuitert, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
[D],
mr. G.C. Endedijk, kantoorhoudende te Amsterdam.
- verzoeksters/verweersters afzonderlijk als Beheer respectievelijk de Vennootschap en gezamenlijk als de Vennootschap c.s.;
- [C] Holding B.V. als [C] Holding;
- [C] als [C] ;
- [C] Holding en [C] gezamenlijk als [C] c.s.;
- [D] Holding B.V. als [D] Holding;
- [D] als [D] ;
- [D] Holding en [D] gezamenlijk als [D] c.s.
1.Het verloop van het geding
2.Inleiding en feiten
3.De gronden van de beslissing
€ 300.000, andere grote investeringsbeslissingen worden zonder overleg genomen of kunnen juist niet genomen worden. Zo is een dieplader door [C] in weerwil van de werkafspraken met [D] aangeschaft, maar over (de voorwaarden voor) het terugdraaien van die aanschaf worden de broers het niet eens. Ook kunnen de broers het over investeringen in de elektrificatie van het wagenpark niet eens worden. Van een volwaardig investeringsbeleid is aldus geen sprake. Over de te nemen vervolgstappen naar aanleiding van het rapport van Ebben worden de broers het evenmin eens. De verstoorde verhoudingen tussen [D] en [C] werken verder door in hun relatie met [G] en [F] : [D] heeft kritiek op het functioneren van [G] en [C] op het functioneren van [F] . De verhoudingen tussen de twee neven - die als medewerkers van de Vennootschap bepalende functies in de onderneming bekleden - zijn inmiddels ook verstoord. Door dit alles wordt het functioneren van de onderneming van de Vennootschap structureel bemoeilijkt.