ECLI:NL:GHAMS:2024:122

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 januari 2024
Publicatiedatum
18 januari 2024
Zaaknummer
23-001812-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van ontnemingsvordering in hoger beroep met verweer van de betrokkene

Op 18 januari 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een ontnemingsvordering van het openbaar ministerie tegen de betrokkene, die in eerste aanleg was veroordeeld voor diefstal met geweld. De rechtbank had de betrokkene de verplichting opgelegd om € 9.000,- te betalen aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De betrokkene, geboren in 1998 en thans gedetineerd, heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep op 4 januari 2024 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het bedrag zou worden verhoogd naar € 15.000,-, terwijl de betrokkene stelde geen voordeel te hebben genoten van de diefstal. Het hof heeft de verklaring van de betrokkene als niet aannemelijk beoordeeld, vooral omdat deze pas in hoger beroep werd gegeven en niet verifieerbaar was. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank om het wederrechtelijk verkregen voordeel te schatten in het voordeel van de verdachte bevestigd. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank dan ook bekrachtigd, met inachtneming van de verweren die in hoger beroep zijn gevoerd.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001812-22
datum uitspraak: 18 januari 2024
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 6 juli 2022 op de vordering van het openbaar ministerie ingevolge artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht in de ontnemingszaak met nummer 13-016759-20 tegen de betrokkene
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1998,
adres: [adres01] ,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in het [detentieadres01] .

Procesgang

Het openbaar ministerie heeft in eerste aanleg gevorderd dat aan de betrokkene de verplichting zal worden opgelegd tot betaling van een geldbedrag aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, geschat tot een bedrag van € 9.000,-.
De betrokkene is bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 3 juli 2020 -kort gezegd- onder meer veroordeeld ter zake van diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld, tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen. Dit vonnis is onherroepelijk.
Voorts heeft de rechtbank Amsterdam bij vonnis van 6 juli 2022 de betrokkene de verplichting opgelegd tot betaling van een bedrag van € 9.000,- aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen laatstgenoemd vonnis.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 4 januari 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de betrokkene en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, met dien verstande
dat het hof zal responderen op een in hoger beroep gevoerd verweer.
De advocaat-generaal heeft in hoger beroep gevorderd dat aan de betrokkene de verplichting zal worden opgelegd tot betaling van een geldbedrag aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van primair € 15.000,- en subsidiair € 9.000,-.
De betrokkene heeft in hoger beroep verklaard dat hij geen voordeel heeft genoten uit de bewezenverklaarde diefstal met geweld. Het idee voor de beroving was van de medepleger afkomstig. Hij was alleen bestuurder van de scooter en heeft niets aan de beroving overgehouden. Er waren over de verdeling van de buit geen afspraken gemaakt en na de beroving heeft betrokkene de medepleger of de buit niet meer gezien. De betrokkene is kort na de beroving aangehouden en is nog steeds gedetineerd, en hij is niet achter de buit of een aandeel daarin aan gegaan, aldus nog steeds de betrokkene.
Het hof acht de verklaring van de betrokkene dat hij het horloge en de medepleger niet meer heeft gezien of op een andere manier met de medepleger contact heeft gehad en dat hij voor de beroving geen geld heeft ontvangen of op termijn zal ontvangen, niet aannemelijk, vooral gelet op het feit dat de betrokkene eerst ter terechtzitting in hoger beroep met deze weinig gedetailleerde en niet verifieerbare verklaring is gekomen. De betrokkene had in een eerder stadium hierover kunnen verklaren (ook zonder de naam van zijn mededader te noemen). In zijn algemeenheid ligt niet voor de hand dat bij het gezamenlijk uitvoeren van een beroving (zoals door de rechtbank bewezen verklaard) geen verdeling van de buit heeft plaatsgevonden of zal plaatsvinden.
Hoewel daarvan uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet is gebleken bevestigt het hof de beslissing van de rechtbank om bij de schatting van de hoogte van het wederrechtelijk verkregen voordeel in het voordeel van de verdachte uit te gaan van de (na de beroving)
verkoopvan het horloge.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Lolkema, mr. P. Greve en mr. A.M. Koolen - Zwijnenburg, in tegenwoordigheid van mr. L.M. van Leeuwen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 18 januari 2024.
Mr. A.M. Koolen - Zwijnenburg is buiten staat dit arrest te ondertekenen.
=========================================================================
[…]