ECLI:NL:GHAMS:2024:1205

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 april 2024
Publicatiedatum
2 mei 2024
Zaaknummer
23-002601-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens intrekking van bezwaren

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 4 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 12 september 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1973, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder genoemde vonnis. Tijdens de zitting op 4 april 2024 heeft de verdachte echter aangegeven het hoger beroep niet te willen handhaven. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte zijn eerder ingediende bezwaren tegen het vonnis introk. Gezien het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, werd de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk zou worden verklaard, en het hof heeft deze vordering gehonoreerd. De beslissing werd genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de uitspraak op de openbare terechtzitting werd gedaan.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002601-23
datum uitspraak: 4 april 2024
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 12 september 2023 in de strafzaak onder de parketnummers 15-220539-23 en 15-075302-23 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1973,
adres: [adres].
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 4 april 2024.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Nu namens de verdachte ter terechtzitting te kennen is gegeven dat de verdachte het hoger beroep niet wil handhaven, moet hij geacht worden de eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaren in te trekken, zodat hij, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L.M. van der Voet, mr. W.F. Groos en mr. M. Jeltes, in tegenwoordigheid van
mr. L.C. de Groot, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
4 april 2024.