Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
manualste completeren en alle overige daartoe benodigde informatie te vergaren op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000 per dag dat VMG Yachtbuilders daarmee in gebreke blijft, met veroordeling van VMG Yachtbuilders in de kosten van beide instanties, met rente en nakosten.
2.Feiten
naval architect[naam 5] . [naam 5] heeft op 7 oktober 2019 een rapport uitgebracht met een begroting van de kosten gemoeid met de punten van 10 juli 2019 en door hem geconstateerde aanvullende gebreken.
3.Beoordeling
manualsen voor de afgifte van het CE-certificaat. [appellante] heeft bij de grief geen belang omdat VMG Yachtbuilders zich ter zitting in hoger beroep bereid heeft verklaard dat nodige te doen, in dier voege dat zij zonder aansprakelijkheid voor daarmee gemoeide verdere kosten de daartoe benodigde instructies vanuit [plaats 1] kan en zal geven. Van de zijde van [appellante] is daarmee ingestemd, waarmee de vordering als ingetrokken kan worden beschouwd. In het dictum van dit arrest zal dienovereenkomstig worden verstaan.
grieven 2 en 3strekken kort samengevat tot betoog dat [appellante] bevoegd is om de punten van 10 juli 2019 te laten herstellen door een derde. [appellante] grondt die bevoegdheid op het bepaalde in artikel 15 lid 5 van de overeenkomst. Zij stelt dat aan het
impracticalvereiste van dat beding is voldaan vanwege de geografische afstand [plaats 1] - [plaats 2] , versterkt door haar mentale afstand tot VMG Yachtbuilders na de ruzie van 15 augustus 2019.
reasonable noticevereiste is voldaan; die
noticewas kennelijk (mede) bedoeld om VMG Yachtbuilders in de gelegenheid te stellen om het werk zelf op locatie te komen doen. Daarmee is de volgende vraag of VMG Yachtbuilders ter zake de punten van 10 juli 2019 in verzuim is geraakt wegens toerekenbaar tekortschieten, zodat zij - zoals waar de vordering in wezen toe strekt - gehouden is tot schadevergoeding, bestaande in de kosten van herstel door een derde. Het hof beantwoordt die vraag ontkennend. [appellante] heeft de medewerkers van VMG Yachtbuilders van boord gestuurd, terwijl zij doende waren met herstel. Daarmee is [appellante] op de voet van artikel 6:58 BW in schuldeisersverzuim geraakt. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat niet is komen vast te staan dat [appellante] goede redenen had om de medewerkers van VMG Yachtbuilders van boord te sturen. De ruzie van de avond daarvoor kan die goede reden niet zijn bij gebreke van uitleg over het hoe en waarom, anders dan dat [appellante] een temperamentvolle vrouw is. Artikel 6:63 BW bepaalt dat ingeval van schuldeisersverzuim de schuldenaar (VMG Yachtbuilders) binnen de grenzen der redelijkheid recht heeft op vergoeding van de kosten als gevolg van het verzuim. Het hof is met de rechtbank van oordeel dat de reis- en verblijfkosten van een volgend bezoek aan [plaats 2] aan dat redelijkheidsvereiste voldoen. VMG Yachtbuilders heeft dus op goede grond aan haar volgende komst naar [plaats 2] de voorwaarde verbonden dat [appellante] de reis- en verblijfkosten voor haar rekening zou nemen. Met artikel 6:63 BW als grondslag voor die voorwaarde is bovendien aan de vereiste samenhang met het door [appellante] verlangde herstel voldaan. Door de weigering van [appellante] om aan die voorwaarde te voldoen, is VMG Yachtbuilders niet in verzuim kunnen geraken. Daarbij komt dat het aan een voor het intreden van verzuim vereiste ingebrekestelling, waarbij VMG Yachtbuilders een redelijke termijn voor de nakoming wordt gegund, ontbreekt.
grief 5komt [appellante] op tegen de proceskostenveroordeling in eerste aanleg. De grief mist een zelfstandige toelichting en behoeft dus geen bespreking. Gelet op de uitkomst van dit hoger beroep is [appellante] in eerste aanleg terecht in de kosten veroordeeld.
4.Beslissing
manualsen afgifte van het CE-certificaat, in dier voege dat zij zonder aansprakelijkheid voor daarmee gemoeide verdere kosten daartoe de benodigde instructies vanuit [plaats 1] zal geven;