In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 8 maart 2024 een beschikking gegeven in het kader van een enquêteprocedure met betrekking tot de besloten vennootschap Omines Services B.V. De verzoekster, MBH B.V., heeft verzocht om ontheffing van de door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder, mr. R.G. Roeffen, en de beheerder van aandelen, mr. P.J. Colijn. De Ondernemingskamer heeft in eerdere beschikkingen vastgesteld dat er sprake was van wanbeleid bij Omines Services en heeft maatregelen getroffen, waaronder de schorsing van NKH B.V. als bestuurder. De huidige situatie is echter dat Omines Services in ernstige financiële problemen verkeert, met een liquiditeitstekort van meer dan € 40.000 en openstaande schulden. Zowel Roeffen als Colijn hebben verzocht om ontheffing uit hun functies, omdat zij niet langer in staat zijn om de bedrijfsvoering voort te zetten. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er geen middelen zijn om een opvolgend bestuurder of beheerder aan te stellen en heeft daarom besloten om de ontheffingsverzoeken toe te wijzen. De Ondernemingskamer heeft de getroffen voorzieningen beëindigd en verklaard dat de beschikking uitvoerbaar is bij voorraad.