ECLI:NL:GHAMS:2024:1101

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 maart 2024
Publicatiedatum
25 april 2024
Zaaknummer
200.302.490/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontheffing van bestuurders en beheerders in een enquêteprocedure met betrekking tot Omines Services B.V.

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 8 maart 2024 een beschikking gegeven in het kader van een enquêteprocedure met betrekking tot de besloten vennootschap Omines Services B.V. De verzoekster, MBH B.V., heeft verzocht om ontheffing van de door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder, mr. R.G. Roeffen, en de beheerder van aandelen, mr. P.J. Colijn. De Ondernemingskamer heeft in eerdere beschikkingen vastgesteld dat er sprake was van wanbeleid bij Omines Services en heeft maatregelen getroffen, waaronder de schorsing van NKH B.V. als bestuurder. De huidige situatie is echter dat Omines Services in ernstige financiële problemen verkeert, met een liquiditeitstekort van meer dan € 40.000 en openstaande schulden. Zowel Roeffen als Colijn hebben verzocht om ontheffing uit hun functies, omdat zij niet langer in staat zijn om de bedrijfsvoering voort te zetten. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er geen middelen zijn om een opvolgend bestuurder of beheerder aan te stellen en heeft daarom besloten om de ontheffingsverzoeken toe te wijzen. De Ondernemingskamer heeft de getroffen voorzieningen beëindigd en verklaard dat de beschikking uitvoerbaar is bij voorraad.

Uitspraak

beschikking ___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.302.490/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 8 maart 2024
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MBH B.V.,
gevestigd te Veldhoven,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. A.A. Leroux, kantoorhoudende te Eindhoven,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OMINES SERVICES B.V.,
gevestigd Eindhoven,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. H.J.M. Smelt, kantoorhoudende te Eindhoven,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NKH B.V.,
gevestigd Veldhoven,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. H.J.M. Smelt, kantoorhoudende te Eindhoven.
In het vervolg zullen partijen als volgt worden aangeduid:
  • verzoekster als MBH;
  • verweerster als Omines Services;
  • belanghebbende als NKH;
  • Omines Internetbureau B.V. als Omines IB.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in de eerstefaseprocedure van deze zaak met zaaknummer 200.283.186 van 19 januari 2021, 8 maart 2021, 5 oktober 2021 en 14 oktober 2021 en de beschikking van de voorzitter van de Ondernemingskamer van 7 december 2021 alsook naar de beschikkingen van 8 en 10 juni 2022 van de Ondernemingskamer in de tweedefaseprocedure van deze zaak met zaaknummer 200.302.490.
1.2
Bij de eerste beschikking van 19 januari 2021 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Omines Services over de periode vanaf 1 januari 2013 en een nader door de Ondernemingskamer aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten. Diezelfde dag heeft de Ondernemingskamer bij de tweede beschikking drs. E.A. Marseille RA aangewezen als onderzoeker.
1.3
Bij de beschikking van 5 oktober 2021 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het op die dag ter griffie neergelegde verslag met bijlagen van het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Omines Services ter inzage ligt voor belanghebbenden.
1.4
Bij de beschikkingen van 8 en 10 juni 2022 heeft de Ondernemingskamer verstaan dat uit het onderzoeksverslag blijkt van wanbeleid van Omines Services in de periode vanaf 2013 tot en met 19 januari 2021 en dat NKH voor dat wanbeleid verantwoordelijk is. Tevens heeft de Ondernemingskamer daarbij bij wijze van voorziening en telkens voor de duur van twee jaren, NKH geschorst als bestuurder van Omines Services, mr. R.G. Roeffen te Eindhoven (hierna: Roeffen) benoemd tot bestuurder van Omines Services, bepaald dat de door NKH gehouden aandelen in Omines Services met uitzondering van één aandeel ten titel van beheer zijn overgedragen aan mr. P.J. Colijn te Breda (hierna: Colijn) en bepaald dat het salaris en de kosten van de bestuurder en van de beheerder voor rekening komen van Omines Services.
1.5
Roeffen heeft bij brief van 23 februari 2024 de Ondernemingskamer verzocht hem te ontheffen als bestuurder van Omines Services en heeft dit verzoek als volgt toegelicht. Hij heeft in samenwerking met Colijn getracht om tot een oplossing van het geschil te komen, maar voorstellen die in dat kader zijn gedaan, zijn telkens afgewezen door NKH en/of MBH, waardoor de zaak muurvast is komen te zitten. De betalingen voor de voortzetting van de bedrijfsvoering van Omines Services zijn in of omstreeks september 2023 wegens geldgebrek gestopt. NKH weigert haar schuld aan Omines Services te betalen; een in dat kader in oktober 2023 gevoerde kortgedingprocedure heeft geen soelaas geboden. Het liquiditeitstekort van Omines Services bedraagt meer dan € 40.000, terwijl er openstaande facturen van de accountant, van Roeffen en van Colijn en een naheffingsaanslag van meer dan € 20.000 met dwangbevel van de Belastingdienst liggen. Tijdens een algemene vergadering van 23 februari 2024 hebben MBH en NKH tegen bijstorting van kapitaal gestemd. MBH heeft het voorstel van Roeffen om het faillissement van Omines Services aan te vragen geblokkeerd. Vanwege de acute liquiditeitsproblemen, de weigering bij te storten en ter voorkoming van meer onbetaalde werkzaamheden, wenst Roeffen niet langer aan te blijven als bestuurder.
1.6
Colijn heeft bij e-mail van 23 februari 2024 aan de Ondernemingskamer verzocht hem om dezelfde redenen als door Roeffen genoemd, te ontheffen als beheerder van aandelen.
1.7
De Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de ontheffingsverzoeken van Roeffen en Colijn en partijen verzocht in dat kader een standpunt in te nemen over hoe nu verder moet worden gegaan in deze zaak.
1.8
Mr. Leroux heeft bij akte van 5 maart 2024 de huidige situatie belicht vanuit het perspectief van MBH en opgemerkt dat het faillissement van Omines Services dreigt en dat er onvoldoende liquiditeiten zijn om Roeffen en Colijn te betalen. MBH ziet wat betreft onderhavige tweedefase-enquêteprocedure geen rol voor de Ondernemingskamer meer weggelegd. Wel heeft MBH de Ondernemingskamer verzocht de schorsing van NKH als bestuurder van Omines Services in stand te laten tijdens de in 1.4 genoemde termijn. MBH heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer over de ontheffingsverzoeken van Roeffen en Colijn.
1.9
Mr. Smelt heeft bij e-mail van 5 maart 2024 gemeld dat NKH in reactie op het ontheffingsverzoek van Roeffen, haar eigen ontslag heeft ingediend als geschorste bestuurder van Omines Services. NKH heeft de verwachting uitgesproken dat op 6 maart 2024 het faillissement van Omines Services zal worden aangevraagd door een van haar crediteuren. Aangezien ontheffing van Roeffen ertoe zou leiden dat Omines Services stuurloos wordt, heeft NKH verzocht zijn ontheffingsverzoek op dit moment niet toe te wijzen, opdat Roeffen zijn werk bij Omines Services zal kunnen afronden inzake de faillissementsprocedure. NKH heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer over het ontheffingsverzoek van Colijn.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De Ondernemingskamer overweegt dat de enkele daartoe strekkende verzoeken van Roeffen en Colijn in beginsel voldoende grond opleveren om hen te ontheffen uit de functies van tijdelijk bestuurder van Omines Services respectievelijk tijdelijk beheerder van door NKH gehouden aandelen in Omines Services. Daar komt bij dat MBH en NKH de door Roeffen en Colijn aan hun ontheffingsverzoeken ten grondslag gelegde redenen niet hebben weersproken en dat zij ook geen inhoudelijk bezwaar tegen de ontheffing naar voren hebben gebracht, anders dan dat NKH meent dat zulks onhandig zou zijn in het licht van het aanstaande faillissement. De Ondernemingskamer zal dan ook tot ontheffing overgaan.
2.2
De huidige situatie is dat de onderneming van Omines Services geen liquiditeiten heeft, dat niet te verwachten valt dat daarin nog verandering komt, dat aanzienlijke opeisbare schulden bestaan en dat een reële dreiging bestaat dat op korte termijn het faillissement van Omines Services wordt aangevraagd (als dit niet inmiddels reeds is gebeurd) en uitgesproken. Omines Services heeft geen middelen voor het betalen van een opvolgend tijdelijk bestuurder en/of een opvolgend tijdelijk beheerder van aandelen. Geen van partijen heeft de Ondernemingskamer verzocht tot het aanwijzen daarvan over te gaan en ook niet aangeboden middelen daarvoor beschikbaar te stellen. De Ondernemingskamer zal daarom geen nieuwe tijdelijk bestuurder of beheerder van aandelen aanwijzen. Daarbij heeft de Ondernemingskamer in aanmerking genomen dat onbestreden is dat de betalingen om de bedrijfsvoering van Omines Services te kunnen voortzetten wegens geldgebrek zijn gestaakt en dat Omines Services geen eigen personeel heeft. Bij die stand van zaken wordt door Omines Services de facto geen onderneming meer in stand gehouden. Nu NKH is teruggetreden als (geschorste) bestuurder van Omines Services bestaat evenmin grond voor handhaving van de schorsing van NKH als bestuurder van Omines Services.
2.3
De slotsom is dat de Ondernemingskamer Roeffen en Colijn uit hun functies zal ontheffen en alle bij beschikking van 8 juni 2022 op de voet van artikel 2:355 lid 1 BW getroffen voorzieningen zal beëindigen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
ontheft mr. R.G. Roeffen uit de functie van bestuurder zoals bedoeld in de beschikking van 8 juni 2022 in deze zaak;
ontheft mr. P.J. Colijn uit de functie van beheerder van aandelen zoals bedoeld in de beschikking van 8 juni 2022 in deze zaak;
beëindigt de bij beschikking van 8 juni 2022 ter zake van Omines Services B.V. getroffen voorzieningen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. M.A.M. Vaessen en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en prof. dr. M.N. Hoogendoorn RA en mr. D.E.M. Aleman, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2024.