Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
grief 1 in incidenteel appelvoert [geïntimeerde] aan dat de feiten niet volledig zijn weergeven. Het hof zal daarmee in het navolgende rekening houden. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten, komen de feiten neer op het volgende.
€ 220.000. De uitbetaling daarvan vond plaats door [naam 1] in privé, deels via de moeder van [geïntimeerde] .
“Beste [geïntimeerde] ,Een ander onderwerp waar we het morgen over moeten hebben is de vaststellingsovereenkomst die [geïntimeerde] [naam 1] binnenkort met de belastingdienst gaat sluiten. Ten aanzien van de bonusbetalingen aan jou (en je moeder) is daarin het volgende opgenomen. (…) Deze naheffingsaanslag wordt naar verwachting in de loop van augustus opgelegd. Wij hebben de afspraken op deze wijze gemaakt om brutering van de loonbelasting te voorkomen. (…) We zullen wel jouw betaling van de belasting binnen 6 maanden nadat de aanslag is opgelegd aan jou aannemelijk moeten maken, om een tweede aanslag 2016 te voorkomen.”
“Dag [geïntimeerde] ,Dit is de bewust aanslag die (ex rente) op jou verhaald moet worden. Jij wilt hierin nog het afgetrokken bedrag op de bonuslat verrekenen. Kan jij een voorstel maken?”
“ [naam 2] , Heb jij een specificatie van die Euro 114k? Ik neem aan dat dit bedrag aftrekbaar is van de VPB? Verneem graag van je en dan zal ik met een reactie komen.”
Beste [geïntimeerde] ,Met jouw onderstaande bericht zet jij mij wel op het verkeerde been. De vergoeding die jij aan Dikon voldoet is om alsnog belasting te betalen over de bonussen die jij destijds netto van [naam 1] hebt ontvangen. Het is dan uiteraard niet mogelijk om dit als looncomponent/loonheffing in 2021 te zien.Je weet dat [naam 1] alle advocaatkosten die voortvloeien uit het onderzoek van de FIOD zal betalen.”
“Daarnaast geeft Kuminda nu voor alsdan na ontvangst van de betaling een vrijwaring aan [geïntimeerde] voor alle juridische kosten die voortkomen uit rechtszaken en geschillen betreffende Kuminda en haar kleindochtervennootschappen.”
“Hoi [geïntimeerde] ,Je kan het toch ook verrekenen met wat je aan [naam 1] moet betalen ??”
4.Eerste aanleg
€ 20.232,92 aan advocaatkosten verrekend mag worden. Door de eenmanszaak van [geïntimeerde] gefactureerde bedragen mochten van de rechtbank niet in mindering worden gebracht omdat van een opdracht voor die werkzaamheden door Kuminda niet is gebleken.
5.Beoordeling in principaal en incidenteel appel
grief 2 in incidenteel appelkomt [geïntimeerde] op tegen het oordeel van de rechtbank dat er geen vaststellingsovereenkomst zou zijn gesloten inhoudende dat [geïntimeerde] Kuminda
€ 67.467 zou betalen vanwege de naheffingsaanslag.
meegegaan in jouw splitsing van het bedrag’. Ook in de e-mail van 26 mei 2021, waarin [naam 2] schrijft dat Kuminda heeft besloten een deel van de naheffingsaanslag op [geïntimeerde] te verhalen en dat hij de tussen partijen gemaakte afspraken eventueel nog kan vastleggen in een vaststellingsovereenkomst, valt steun te vinden voor het standpunt dat partijen op dit punt al overeenstemming hadden. Waar het vervolgens op mis is gegaan, is de formulering van de zogenoemde vrijwaringsclausule. Dit blijkt ook uit de e-mails van 31 mei 2021 van [naam 1] respectievelijk [naam 2] . [naam 1] laat alleen weten dat hij het niet eens is met wat [geïntimeerde] zegt, [naam 2] licht dit iets later toe door [geïntimeerde] (na overleg met [naam 1] ) te mailen dat [naam 1] niet wil tekenen vanwege de vrijwaring.
“Ik ga niets meer betalen voor PM”) heeft [naam 1] daar een einde aan gemaakt. Dat er sprake zou zijn van een ander onderzoek dan naar het handelen van [geïntimeerde] als voormalig controller/financieel directeur van vennootschappen die tot de Dikon Groep behoorden, heeft Kuminda niet onderbouwd terwijl dit wel op haar weg lag. Het hof gaat dan ook uit van de juistheid van de door [geïntimeerde] gestelde feiten en is van oordeel dat Kuminda door de facturen van [...] Advocaten niet langer te betalen de tussen partijen gemaakte afspraak heeft geschonden.
1 februari 2022 aan haar advocaat zou hebben verplicht de kosten verder zelf te betalen kan Kuminda niet baten. Zoals [geïntimeerde] heeft aangevoerd, betreft die brief niet meer dan een hartenkreet en kan daaruit niet worden afgeleid dat [geïntimeerde] de hiervoor bedoelde afspraak niet langer gestand wilde doen. Tot slot heeft Kuminda nog aangevoerd dat sprake zou zijn van een duurovereenkomst die zij heeft opgezegd, maar ook daarin volgt het hof haar niet. Een afspraak bepaalde kosten te vergoeden is - ook al doen die kosten zich gedurende langere tijd voor - geen duurovereenkomst en kan niet eenzijdig worden opgezegd.
grief 3 in incidenteel hoger beroepstelt [geïntimeerde] zich op het standpunt dat de rechtbank ten aanzien van de facturen van zijn eenmanszaak ten onrechte heeft geoordeeld dat er niet van een opdracht door Kuminda is gebleken.
‘Ik neem aan dat het akkoord is dat ik hier tijd in steek.’, ook heeft [geïntimeerde] correspondentie met de advocaat die de Dikon Groep bijstond in een grote arbitrage overgelegd, waarin [naam 1] door de advocaat gevraagd wordt in te stemmen met het feit dat [geïntimeerde] als contactpersoon optreedt. Desgevraagd verklaarde [geïntimeerde] nog dat [naam 1] - en dit is door Kuminda niet betwist - daarvoor ook een volmacht heeft ondertekend.
grief 5 in incidenteel appelheeft succes. Kuminda heeft tegenover de gemotiveerde betwisting van [geïntimeerde] niet onderbouwd dat zij buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht die niet onder de proceskostenvergoeding vallen. Deze kosten zullen derhalve worden afgewezen.