ECLI:NL:GHAMS:2024:1086
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake zorgregeling voor minderjarige na echtscheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de zorgregeling voor de minderjarige [minderjarige] na de echtscheiding van de ouders. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 5 juli 2023 aangevochten, waarin de zorgregeling was vastgesteld. De ouders zijn in 2022 gescheiden en hebben gezamenlijk het gezag over hun kind. De vader verzoekt om een uitbreiding van de zorgregeling, zodat [minderjarige] ook bij hem kan overnachten en meer tijd met hem doorbrengt, inclusief vakanties. De moeder verzet zich tegen deze verzoeken en stelt dat de huidige regeling in het belang van [minderjarige] is, vooral gezien zijn ontwikkelingsachterstand en vermoedelijke autisme. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om de huidige regeling niet te wijzigen totdat er meer duidelijkheid is over de ontwikkelingsbehoeften van [minderjarige]. Het hof oordeelt dat het in het belang van [minderjarige] is om de huidige zorgregeling te handhaven, totdat er meer inzicht is in zijn situatie. De verzoeken van de vader worden afgewezen en de beschikking van de rechtbank wordt bekrachtigd.