Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
“Laatste tijd aandachtspunten. Wat is er aan de hand. Cynische uitstraling.** [appellant] heeft gevraagd dat iedereen zich aan normen, standaarden en wet- en regelgeving (nswr) houdt. Toch worden er in “niet- en -democratische” processen besluiten genomen die tegen nswr in gaan. [appellant] is ervaren een hoger veiligheidskundige. [appellant] heeft niet het vertrouwen dat hij kennis heeft van zaken. Hierdoor moet [appellant] steeds vechten tegen de mening van personen die een mening en een gevoel over veiligheid hebben.”
“De aangeleverde adviezen zijn gedegen en 100% volgens wet- en regelgeving. Maar ziet hem niet groeien in de rol van adviseur. Zij mist in [appellant] de bereidheid om in zijn rol als adviseur mee te helpen om de adviezen die hij geeft te implementeren binnen de organisatie. Zij verwacht van hem ondersteuning naar het management toe bij het invoeren van zijn adviezen. En als daar zaken zijn die dat niet mogelijk maken of waarvoor te weinig kennis aanwezig is bij het management, verwacht zij van hem een actieve rol. Zij verwacht van een adviseur dat die hindernissen wegneemt of het management instrueert hoe het moet volgens wet en regelgeving en hoe het ingevoerd kan worden bij RS. En die niet alleen maar aangeeft: het staat in mijn advies hoe het moet. Zij mist hierbij bij [appellant] het inlevingsvermogen hoe het bij het management beleefd wordt. Het management zien een advies vaak als een extra administratieve belasting of extra werkzaamheden zonder stil te staan bij het daadwerkelijke doel van de maatregel of wetgeving. Daarna geef je geen antwoord op vragen van het management om hen inhoudelijk te ondersteunen. De toonzetting en houding van [appellant] zorgt ervoor dat zijn effectiviteit als adviseur in twijfel wordt getrokken omdat zij geen inhoudelijke ondersteuning van jou krijgen. Verder mist [naam 2]bij [appellant] de bereidheid om samen te werken met zijn collega’s (…).”Afgesproken werd dat [appellant] zijn gesprekken met de coach zou voortzetten en dat [naam 2] gesprekken met [appellant] zou plannen met als insteek hoe [appellant] als adviseur effectief kan functioneren zodat zijn adviezen overgenomen gaan worden.
“(…) In teamverband functioneren ligt hem niet. Hij stemt niet af met zijn directe collega adviseur veiligheid en ook niet met adviseur kwaliteit. (…) De contacten met MT zijn minimaal. Zijn uitspraak “het gaat goed tot management zich ermee bemoeit” geeft aan hoe hij de samenwerking ervaart. Zijn mening over de kundigheid steekt hij ook niet onder stoelen of banken. Het is verontrustend dat hij deze meningen heeft over de belangrijkste groep die formeel verantwoordelijk is voor het goedkeuren van alle ingediende verbetervoorstellen/nieuwe procedures.Om [appellant] hierin te ondersteunen is hem een coaching traject aangeboden. Zijn coach heeft hij zelf gekozen maar helaas is het coaching traject afgebroken op verzoek van de coach. (…).”Onder Kernwaarden, Gastvrij, score M, Toelichting score staat onder meer:
“[appellant] helpt de collega’s in uitvoering graag verder. Bij zijn adviezen houdt hij geen rekening met een ander. Hij schrijft dit toe aan het feit dat hij de wetgeving volgt. Terwijl de discussies helemaal niet gaan om wetgeving (wat) maar over de uitvoering (hoe).23-11, input [appellant]: De punten die worden aangedragen zijn niet sterk. Ik vind niet dat ik met een mooi, krachtig verhaal hoef te komen om duidelijk te maken wat de verantwoordelijkheid is vanuit wet en regelgeving. (…) Medewerkers van uitvoering zijn bij me gekomen en geven aan dat ze bang zijn om een SOS melding te doen.Jij wil dat ik lange gesprekken moet voeren met MT leden en dat vind ik buiten de scope van mijn functie. (…).”Onder Verbinden, score O, Toelichting score:
“[appellant] is niet van de samenwerking. (…).”Onder Competentie 2, score O/M, Toelichting score:
“[appellant] ziet zijn functie niet als sturing gevend maar adviserend. Hij accepteert niet dat het geven van advies net zo belangrijk is als het laten doorvoeren van een advies. Hij geeft zijn advies en daarmee heeft hij naar zijn idee zijn functie volbracht. De ondersteunende en faciliterende rol pakt hij niet op. Als je hem hierop aanspreekt is het steevast “dat is de verantwoordelijkheid van het management”(…).”Competentie 5, score O, Toelichting score:
“(…) Dit is een bottle neck in het functioneren van [appellant]. Zijn starre houding, gesloten communicatiestijl en sterke overtuigingen zorgen ervoor dat hij voornamelijk wordt ingezet voor operationele vraagstukken en niet voor strategische verandertrajecten. (…) Als het hem verplicht wordt zit hij erbij maar zegt helemaal niets of hij zit met een dermate gestrekt been erin dat de hele sfeer omslaat en het meer om discussiëren gaat dan oplossingsgericht naar onderwerpen kijken.”Onder Overige bespreekpunten staat onder meer:
“Nadat [appellant] zijn input heeft gegeven op de samenwerking met mij heb ik nogmaals mijn kijk op de zaken gegeven. (…) Gezien het antwoord van [appellant] dat hij zijn oordeel niet zal veranderen zie ik weinig mogelijkheden meer om tot een goede samenwerking met hem te komen.”
“GVB heeft moeten constateren dat [appellant] weliswaar voldoet aan de functie qua kennis en inhoud, maar dat hij zijn functie niet uitvoert zoals van hem verwacht mag worden en dat ook weigert om te doen Hij weigert om bepaalde onderdelen die bij zijn functie horen uit te voeren: hij wenst niet aan te sluiten bij overleggen die zijn bedoeld om te adviseren vanuit zijn rol, hij stemt niet af met collega’s, hij levert rapporten op zonder stuurinformatie en vind het niet zijn taak om het management en de medewerkers te instrueren. Daarnaast heeft hij zich meerdere malen negatief uitgelaten (zo niet hen geschoffeerd) over de kennis en kunde van collega’s zoals managers in het MT en zijn leidinggevende. Daarmee heeft hij de samenwerking onder druk gezet.”
4.Eerste aanleg
g-grond (duurzaam verstoorde arbeidsrelatie) en meer subsidiair de i-grond (cumulatiegrond), zonder rekening te houden met de opzegtermijn en zonder toekenning aan [appellant] van de transitievergoeding.
€ 13.360,85 bruto en de proceskosten gecompenseerd. De verzochte billijke vergoeding is door de kantonrechter afgewezen.