Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
- [geïntimeerde] zal veroordelen tot betaling van € 6.000,- vermeerderd met de contractuele rente van 6% vanaf de datum waarop [geïntimeerde] in verzuim is komen te verkeren;
- [geïntimeerde] zal veroordelen tot betaling van € 30.288,64, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding in eerste aanleg;
- [geïntimeerde] zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.376,84 wegens buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding in eerste aanleg;
3.Feiten
Splexs 1.0’
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
Lening: zie overeenkomst d.d.3-10-2017”. [appellante] heeft als productie in hoger beroep een “
Overeenkomst van geldlening” overgelegd en gesteld dat haar vordering tot betaling van € 6.000,- (met contractuele rente van 6% per jaar) op deze overeenkomst is gestoeld.
B.V.[onderstreping hof] wat erop duidt dit een aparte rechtspersoon is. Dit vindt steun in de overeenkomst waarin de geldgever eveneens is aangeduid als Randstad Personenschade
B.V.Onder deze omstandigheden heeft [appellante] onvoldoende gesteld om aan te kunnen nemen dat Randstad Personenschade B.V. geen aparte rechtspersoon is maar een handelsnaam van haar.
Ook wil ik van jou garantie verklaring dat mijn investering gewaarborgd word door jou privee.”en “
Ik wil dat je ook persoonlijk garant staat voor mijn totale investering.”) konden redelijkerwijs niet anders door [geïntimeerde] worden opgevat dan dat [naam 1] (namens [appellante]) verlangde dat [geïntimeerde] in persoon (in privé) garant zou staan voor de bedoelde terugbetaling. [naam 1] heeft de reactie hierop van [geïntimeerde] (“
Ik verklaar garant te staan voor het gehele investering die je hebt ingebracht en zal deze tot de cent terug betalen.”) redelijkerwijs zo mogen begrijpen dat [geïntimeerde] met dit verlangen heeft ingestemd. [geïntimeerde] had hier ook een belang bij. Niet alleen leidde zijn toezegging ertoe dat [appellante] de factuur aan Splexs van € 2.687,- betaalde maar uit de vervolgcorrespondentie blijkt dat [geïntimeerde] ook een persoonlijk belang had bij deze garantstelling. Partijen hadden namelijk afgesproken dat na terugbetaling van de financiering [appellante] haar aandelen in Splexs zou overdragen aan [geïntimeerde]. Dat [geïntimeerde] het bedrag mogelijk op dat moment niet kon terugbetalen, doet hier niet aan af.
€ 1.442,-(2 punten x € 721,- (tarief III))
€ 1.571,-(1 punt x € 1.571,- (tarief III))