ECLI:NL:GHAMS:2024:1049

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 april 2024
Publicatiedatum
23 april 2024
Zaaknummer
23-001591-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Profijtontneming uit medeplegen van oplichting met bevestiging van vonnis

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag van 5 april 2019. De zaak betreft een vordering van het openbaar ministerie tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van de betrokkene, die in eerste aanleg was veroordeeld voor medeplegen van oplichting. De rechtbank had de betrokkene de verplichting opgelegd tot betaling van een bedrag van € 30.591,40 aan de Staat. De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.

Tijdens de zittingen in hoger beroep op 21 maart 2024 en 4 april 2024 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, met inachtneming van de eerder opgelegde verplichting tot betaling. Tevens heeft het hof de duur van de gijzeling vastgesteld op maximaal 611 dagen.

De uitspraak van het hof is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij de rechters L.F. Roseval, R.D. van Heffen en M. Lolkema aanwezig waren. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 april 2024, waarbij de griffier mr. C. van der Laan aanwezig was. De rechters Van Heffen en Roseval waren niet in staat om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001591-21
datum uitspraak: 18 april 2024
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Den Haag gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 5 april 2019 op de vordering van het openbaar ministerie ingevolge artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht in de ontnemingszaak met nummer 09-837252-18 tegen de betrokkene:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
adres: [adres].

Procesgang

Het openbaar ministerie heeft in eerste aanleg gevorderd dat aan de betrokkene de verplichting zal worden opgelegd tot betaling van een geldbedrag aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, geschat tot een bedrag van € 30.591,40
De betrokkene is bij vonnis van de rechtbank Den Haag van 5 april 2019 veroordeeld ter zake van – voor zover hier van belang – medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Voorts heeft de rechtbank Den Haag bij vonnis van 5 april 2019 de betrokkene de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 30.591,40 ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
Namens de betrokkene is hoger beroep ingesteld tegen beide vonnissen.
De betrokkene is bij arrest van dit hof van 18 april 2024 veroordeeld ter zake van voor zover hier van belang – medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 21 maart 2024 en 4 april 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, met dien verstande dat het hof de duur van de gijzeling zal bepalen die ten hoogste kan worden gevorderd.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Bepaalt de duur van de gijzeling die ten hoogste kan worden gevorderd op 611 dagen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Den Haag, waarin zitting hadden mr. L.F. Roseval, mr. R.D. van Heffen en mr. M. Lolkema,
in tegenwoordigheid van mr. C. van der Laan, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 18 april 2024.
Mrs. Van Heffen en Roseval zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]