Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
Er zal tussen de aanstaande echtgenoten geen enkele vermogensrechtelijke gemeenschap hoegenaamd bestaan, zodat zowel de wettelijke gemeenschap van goederen als die van winst en verlies en die van vruchten en inkomsten bij deze akte uitdrukkelijk worden uitgesloten.” Blijkens de akte had klaagster de Nederlandse en [naam] de Surinaamse nationaliteit.
Wij spraken elkaar zojuist over de verkoop van de woning. U heeft de woning verkregen ten tijde van uw huwelijk met de heer [naam] (op 29 juni 2010). Daarna is de echtscheiding ingeschreven in de Basisregistratie Personen (op 27 oktober 2011). Het is daarom mogelijk dat de woning in een gemeenschap van goederen is gevallen en nu dus tot een ontbonden gemeenschap behoort. Dat zou betekenen dat u de woning niet zonder medewerking van de heer [naam] zou kunnen overdragen. Om uit te zoeken of de woning in een huwelijksgemeenschap is gevallen, moeten wij in ieder geval de volgende documenten ontvangen:
Ik heb inmiddels de akte van echtscheiding gevonden en ik heb tevens een verzoek uitstaan bij de notaris voor het inzien van de huwelijkse voorwaarden en huwelijksakte. Ik bied mijn oprechte excuses aan voor de verwarring die de afgelopen dagen is ontstaan. Het [is] namelijk zo dat ik op 4 sept 2009 ben gehuwd, onder huwelijkse voorwaarden, en vervolgens voor de aankoop van de woning de echtscheiding had aangevraagd. Hierdoor was ik zelf in de veronderstelling dat ik alleenstaand was in tijden van de aankoop. Helaas was ik niet op de hoogte dat het administratief langer dan een jaar zou duren, voordat de echtscheiding gedeponeerd zou zijn bij de rechtbank in Den Haag. Mijn eigen administratie is helaas een aantal jaren geleden in een opslag verbrand, om die reden dat ik afhankelijk ben van het dossier elders. Ik wil u middels dit schrijven de garantie geven dat er huwelijkse voorwaarden zijn, die momenteel zijn opgevraagd uit het archief van het notariaat. (..).” Bij e-mail van 20 maart 2022 heeft klaagster aan de notaris een kopie van de akte huwelijkse voorwaarden gestuurd.
Mevrouw[naam klaagster]
heeft mij ter beantwoording doorgeleid uw mail aan haar d.d. 21 maart 2022. Onjuist acht ik uw mededeling dat behalve de huwelijksvoorwaarden “in ieder geval” ook nog de echtscheidingsbeschikking en convenant nodig zijn. Uw argumentatie snijdt geen hout en de daarbij geopperde veronderstellingen missen elke grond evenals uw opmerking dat dit temeer geldt nu het gaat om huwelijkse voorwaarden die in het buitenland zijn opgemaakt. Waar het om gaat, is dat cliënte beschikkingsbevoegd is. Zij heeft dit voldoende aangetoond. Mocht u twijfel daaraan hebben dan is het aan u om die te concretiseren. Indien er tussen cliënte en haar ex-echtgenoot iets te verhaspelen valt, dan is het een kwestie tussen hen beiden. Aan de beschikkingsbevoegdheid van cliënte doet dit er niet toe of af. Graag verneem ik wanneer de akte zal worden gepasseerd.”
Cliënte heeft mij heden gebeld dat zij opnieuw door u is benaderd. Voor cliënte reageerde ik reeds bij mail aan u d.d. 22 maart welke u bijgaand aantreft.”
Zoals ik op 7 april voor het laatst mailde: Wij moeten in ieder geval nogde echtscheidingsbeschikkingen hetechtscheidingsconvenantvan u ontvangen. De rechtbank heeft het gevraagde ‘uittreksel inschrijving echtscheiding’ nodig om de stukken terug te vinden. Met alleen het ‘uittreksel inschrijving’ zullen we dus nog niet compleet zijn.”
Ik en ook de andere partijen zijn erg benieuwd hoe lang dit nog kan gaan duren. We zijn hier al behoorlijk lang mee bezig en wachten al heel lang. Ik neem aan dat aan de rechtbank is aangegeven dat het een spoed betreft? Met andere woorden, met welke tijdslimiet moeten wij nu nog rekening houden? Weken, maanden? De rente gaat stiekem omhoog, voor koopster begint de tijd wel te dringen.”
Hierbij informeer ik u dat wij de echtscheidingsbeschikking van de Rechtbank Utrecht hebben ontvangen. Helaas hebben wij het echtscheidingsconvenant nog niet mogen ontvangen en kunnen wij nog niet beoordelen of uw woning in een huwelijksgemeenschap is gevallen. Ik heb daartoe opnieuw contact opgenomen met de rechtbank. Ik zal u wederom informeren zodra ik een reactie ontvang. Zoals u in de beschikking onder punt 4.2 kunt terugvinden, wordt er gesproken over verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. Graag verneem ik van u of er een verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap heeft plaatsgevonden. Indien dat het geval is ontvang ik graag de akte van verdeling. Tevens verzoek ik u vriendelijk de kopende partij te informeren over de stand van zaken. (..).”
Er is geen verdeling. Ik ben de eigenaar en mijn ex-partner is volledig uitgesloten d.m.v. huwelijkse voorwaarden.”
De rechtbank heeft ons laten weten dat er bij hen geen echtscheidingsconvenant aanwezig is. Zoals eerder aangegeven hebben wij derhalve niet alle benodigde stukken ontvangen om te beoordelen of uw woning in een huwelijksgemeenschap is gevallen of niet. De notaris heeft aangegeven dat om uw woning alsnog over te dragen, de heer [naam] zal moeten meewerken. Graag verneem ik of hij hiertoe bereid is.”
4.De klacht
5.Beoordeling
voor zover deze bestond. In dergelijke gevallen is de meest praktische manier om de levering doorgang te laten vinden het laten meetekenen door de ex-echtgenoot van de leveringsakte. Omdat de notaris het eerder aangekondigde echtscheidingsconvenant niet ontving, ontstond bij de notaris een redelijk vermoeden dat de werkzaamheden die van hem werden verlangd strijd konden opleveren met het recht of de openbare orde of een ongeoorloofd doel konden hebben (vgl. artikel 21 Wet op het notarisambt (hierna: Wna)). De notaris heeft op grond daarvan gemeend te moeten blijven doorvragen naar het echtscheidingsconvenant. Pas op 31 mei 2022 werd duidelijk dat de rechtbank nooit de beschikking heeft gehad over een echtscheidingsconvenant. In hoger beroep voert de notaris aan dat de kamer de klacht dat de notaris ten onrechte zou hebben aangedrongen op het echtscheidingsconvenant ten onrechte niet heeft behandeld. In plaats daarvan heeft de kamer geoordeeld dat het de notaris kan worden verweten dat hij niet heeft meegedacht over een oplossing nadat duidelijk was geworden dat er geen echtscheidingsconvenant was en [naam] onvindbaar was. De kamer is met dit oordeel buiten de klacht getreden, aldus de notaris. Het was de notaris daarnaast niet bekend dat [naam] onvindbaar was, zodat hem niet kan worden verweten dat hij heeft voorgesteld dat [naam] zou meetekenen. De kamer heeft ten onrechte geoordeeld dat de notaris daarmee wél bekend was. Overigens had de klacht van klaagster daarop ook geen betrekking, aldus de notaris.
Uitgangspunten proceskostenveroordeling in hoger beroep’ (te raadplegen op de website van dit hof). Nu het hoger beroep van de notaris leidt tot oplegging van dezelfde maatregel, ziet het hof – overeenkomstig de uitgangspunten – af van een kostenveroordeling in hoger beroep; de door de kamer uitgesproken proceskostenveroordeling blijft in stand.