ECLI:NL:GHAMS:2024:1037
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Benoeming van een mentor voor een meerderjarige met geestelijke en lichamelijke beperkingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming van een mentor voor betrokkene, die door een zware mishandeling in 2021 in een kwetsbare positie verkeert. Betrokkene, geboren in 1962 in Suriname, heeft een geschiedenis van geestelijke en lichamelijke problemen, waaronder ernstige letsels door de mishandeling, waardoor hij afhankelijk is van anderen voor zijn dagelijkse zorg en het nemen van belangrijke beslissingen. De kantonrechter had eerder op 7 juni 2023 een mentorschap ingesteld ten behoeve van betrokkene, met Fidinda CBM B.V. als benoemde mentor. Betrokkene ging in hoger beroep tegen deze beschikking, met het verzoek om het mentorschap te beëindigen en zijn neef als mentor te benoemen. Het hof heeft de argumenten van betrokkene en zijn neef, die stelden dat hij in staat is om zijn belangen zelf te behartigen met de hulp van zijn familie, tegen de noodzaak van professioneel mentorschap afgewogen. Het hof concludeert dat de situatie van betrokkene, inclusief zijn medische toestand en de noodzaak voor continuïteit in zorg, een professionele mentor vereist. Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd en de grieven van betrokkene afgewezen.