In het op 23 en 24 mei 2020 verschenen artikel in de weekendkrant is uitleg gegeven over de RvR-regeling, waarbij diverse voorbeelden zijn genoemd en deskundigen aan het woord zijn gelaten om deze regeling toe te lichten. Het voorbeeld van [geïntimeerde] wordt ook in dit artikel genoemd en hierover staan onder meer de volgende passages:
‘In zijn periode als Kamerlid maakte [geïntimeerde] zelf gebruik van ruimte-voor-ruimte. (…)
Piet Eichholtz, hoogleraar vastgoedfinanciering aan de Universiteit van Maastricht, noemt de ruimte-voor-ruimteregeling „ideaal voor insiders”. „Het is ingewikkeld en je moet maar net weten dat dit mogelijk is.”
[geïntimeerde] is zo’n insider. Hij blijkt bovendien voor tienduizenden euro’s bevoordeeld ten opzichte van andere door de kranten onderzochte eenpitters. Zij kregen, net als [geïntimeerde] , een bestemmingswijziging via een projectprocedure. Maar waar andere eenpitters een woonbestemming voor duizend vierkante meters ontvingen, regelde het ruimtebedrijf [RvR CV, hof] voor [geïntimeerde] een woonstemming voor 1.500 van zijn 3.500 vierkante meter agrarische grond. Terwijl hij méér ‘woongrond’ kreeg dan anderen, hoefde [geïntimeerde] daarna bij het ruimtebedrijf slechts 750 vierkante meter af te rekenen. En dat terwijl duizend vierkante meter verplicht is, bevestigt [C] tot drie keer toe in het interview in zijn kantoortoren. „Onze lijn is duizend meter. Punt. Dat moet je minimaal inbrengen. Dat is altijd zo geweest.” Na een telefoontje van [geïntimeerde] meldt [C] dat behalve [geïntimeerde] nog zes eenpitters minder meters konden afrekenen.
Na het passeren van de notariële leveringsakte in 2010 kwam het Kadaster het perceel definitief opmeten. [geïntimeerde] en een medewerker van het ruimtebedrijf wezen de landmeter er samen op dat het zojuist gekochte bouwperceel 1.175 vierkante meter groot was. Dat was 425 vierkante meter méér dan waarvoor [geïntimeerde] bij de notaris afgerekend had.
„Dat ruikt echt naar vis”, zegt hoogleraar Eichholtz. „Als je zegt: ik wil bij de notaris laag afrekenen maar ga bij de landmeter die bouwkavel toch 50 procent groter maken, dan ga je buiten de lijntjes.” Hoogleraar notarieel recht Pim Huijgen (Universiteit Leiden) noemt het verschil tussen afgerekende en de door het kadaster opgemeten vierkante meters een overschrijding die hij in 33 jaar nog nooit heeft meegemaakt.
„Het is werkelijk ongekend. Hij koopt op papier minder maar krijgt in werkelijkheid veel meer voor een verhoudingsgewijs zeer aantrekkelijke prijs. Dat lijkt op politieke bevoordeling.”
(…)
Op verzoek van de kranten onderzocht het Kadaster de transactie (…) Een kleine afwijking in de perceelgrootte hoeft niet vreemd te zijn, maar dit was ongebruikelijk, vindt ook het Kadaster: „Zouden dergelijke afwijkingen tegenwoordig geconstateerd worden, dan onderneemt het Kadaster actie door notaris en/of partijen vragen te stellen.”
(…)
Als de kranten een concepttekst toesturen, volgt een schriftelijke verklaring, [geïntimeerde] ziet „veel feitelijke onjuistheden”.
(…)
De grondtransactie voor zijn eigen droomhuis leverde hem geen voordeel op, schrijft hij. (…)
De woordvoerder meldt zich opnieuw. [geïntimeerde] heeft „een onafhankelijke derde partij” naar de casus laten kijken. Het blijkt Arjen Bregman, bijzonder hoogleraar Bouwrecht in Groningen – maar ook betaald adviseur van de provincie Limburg, eigenaar van het ruimtebedrijf. Bregman concludeert dat [geïntimeerde] niet financieel is bevoordeeld. De afwijking in het Kadaster had geen invloed op de waarde van zijn perceel, was hoogstens „een beetje dom”.’