Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.Het geschil in hoger beroep
grief 5 in principaal hoger beroep) ingetrokken. De man heeft op zijn beurt zijn incidenteel hoger beroep ten aanzien van de afgifte van het schilderij van zijn moeder (
grief III in incidenteel hoger beroep) ingetrokken, zodat op deze verzoeken niet meer behoeft te worden beslist.
[de vrouw] t.b.v. Gedeeltelijke aflossing van hypothecaire lening.”Uit het door de man in hoger beroep bij productie 17 overgelegde bankafschrift volgt dat de vrouw op 18 december 2014 € 100.000,- heeft overgemaakt op de en/of rekening van de ouders van de man met het volgende bijschrift “
Aflossingsdeel hypotheekschuld ** [de vrouw] ** Liefs [de vrouw]”.
beloop- onderstreping hof - van het vergoedingsrecht kunnen afwijken van de wettelijke regeling) dan moet worden geoordeeld dat de vrouw daartoe onvoldoende heeft gesteld. Hetgeen de vrouw stelt is onvoldoende specifiek en uitgewerkt om daaruit te concluderen dat partijen bewust zijn afgeweken van de wettelijke regeling. Daarbij komt dat in de gestelde handeling een bevoordelingsbedoeling van de man besloten ligt. De vrouw heeft onvoldoende gesteld en toegelicht dat en waarom de man een dergelijke bevoordeling van de vrouw zou hebben beoogd, naast de bevoordeling die reeds het gevolg was van de gewijzigde huwelijkse voorwaarden in 2013 waarbij een beperkte gemeenschap van woning in het leven is geroepen. De man heeft in eerste aanleg (verweerschrift zelfstandige tegenverzoeken, randnummer 48) toegelicht dat hij met het op beider naam zetten van de woning al grote moeite had omdat het familiebezit was, maar ook omdat de relatie van partijen toen al verre van harmonieus was. Mede in het licht daarvan en gelet op de overige inhoud van huwelijkse voorwaarden, moet worden geconcludeerd dat de vrouw onvoldoende heeft voldaan aan de stelplicht die op haar rust. Het standpunt van de vrouw wordt dus verworpen.