ECLI:NL:GHAMS:2024:102
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- A.V.T. de Bie
- J.M. van Baardewijk
- J.A. van Keulen
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezag en omgangsregeling in familiezaken met minderjarigen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de beëindiging van het gezag van de moeder over haar drie minderjarige kinderen. De moeder had in hoger beroep de bestreden beschikking van de rechtbank Noord-Holland aangevochten, waarin haar gezag was beëindigd en de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers tot voogd was benoemd. Het hof oordeelde dat aan de gronden voor gezagsbeëindiging was voldaan, gezien de onveilige en onrustige thuissituatie waarin de kinderen zich bevonden en de onvoldoende opvoedvaardigheden van de moeder. De moeder had in het verleden hulpverlening afgewezen en was moeilijk te begeleiden, wat leidde tot zorgen over de ontwikkeling van de kinderen. Het hof benadrukte dat de kinderen stabiliteit en duidelijkheid nodig hebben en dat de beëindiging van het gezag noodzakelijk was om hun opgroeiperspectief in het huidige pleeggezin te waarborgen. Daarnaast werd het verzoek van de moeder om haar omgangsregeling met de kinderen uit te breiden afgewezen, omdat zij eerst moet aantonen dat zij de gemaakte afspraken kan nakomen. Het hof bekrachtigde de bestreden beschikking en wees het verzoek van de moeder af.