ECLI:NL:GHAMS:2023:982

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 april 2023
Publicatiedatum
25 april 2023
Zaaknummer
200.319.781/02
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk wegens niet indienen door advocaat

In deze zaak heeft verzoeker op 1 maart 2023, na de zitting van 23 februari 2023, een verzoek tot wraking ingediend per e-mail. Het verzoek was gericht tegen de raadsheren mrs. M.F.G.H. Beckers, J.W. Brunt en A. van Haeringen. De raadsheren hebben echter niet ingestemd met het wrakingsverzoek en hebben aangegeven te wachten met een inhoudelijke reactie totdat duidelijk is of verzoeker gebruik heeft gemaakt van de hem gegeven hersteltermijn.

Volgens het Wrakingsprotocol van het gerechtshof Amsterdam, en in overeenstemming met de jurisprudentie van de Hoge Raad, dient een wrakingsverzoek in een zaak waarin de partij zich verplicht moet laten vertegenwoordigen, door een advocaat te worden ingediend. Verzoeker heeft echter zelf het wrakingsverzoek ingediend en heeft geen advocaat gesteld, ondanks dat hij de gelegenheid heeft gekregen om dit te doen. De termijn om een advocaat te stellen is verlengd, maar verzoeker heeft hierop niet gereageerd.

Om deze reden heeft de wrakingskamer besloten dat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn verzoek tot wraking. Een mondelinge behandeling van het verzoek is niet nodig geacht. De beslissing is op 5 april 2023 openbaar uitgesproken door de wrakingskamer, bestaande uit mrs. J.F. Aalders, R. Kuiper en J. Piena, in tegenwoordigheid van mr. I.A. Kranenburg, griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

zaaknummer wrakingszaak : 200.319.781/02
zaaknummer hoofdzaak : 200.319.781/01
beslissing van de wrakingskamer van 5 april 2023
inzake het op 1 maart 2023 ingediende wrakingsverzoek van
[verzoeker] ,
Adres: [adres] ,
hierna te noemen ‘verzoeker’.

1.Procedure

1.1
Verzoeker heeft op 1 maart 2023, na de zitting van 23 februari 2023, per e-mailbericht een verzoek tot wraking gedaan. Het verzoek strekt tot wraking van mrs. M.F.G.H. Beckers,
J.W. Brunt en A. van Haeringen (hierna: de raadsheren).
1.2
De raadsheren hebben niet berust in het wrakingsverzoek. Per e-mailbericht van
8 maart 2023 hebben zij bericht te wachten met het geven van een inhoudelijke reactie op het wrakingsverzoek, totdat duidelijk is of verzoeker gebruik heeft gemaakt van de hem gegeven hersteltermijn.

2.Ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek

2.1
Op grond van paragraaf 1.2 van het Wrakingsprotocol van het gerechtshof Amsterdam, in overeenstemming met vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, moet in een zaak waarin de partij zich in de hoofdzaak verplicht moet laten vertegenwoordigen, het verzoek tot wraking op straffe van niet-ontvankelijkheid worden ingediend door een advocaat.
2.2
Verzoeker heeft op 1 maart 2023 zelf het wrakingsverzoek ingediend. Op 2 maart 2023 is verzoeker per e-mailbericht in de gelegenheid gesteld om uiterlijk 9 maart 2023 een advocaat te stellen, welke termijn op 14 maart 2023 per e-mailbericht is verlengd tot en met
17 maart 2023 12:00 uur. Verzoeker heeft hierop niet gereageerd, noch heeft zich een advocaat namens hem gesteld, zodat het ervoor moet worden gehouden dat verzoeker geen gebruik heeft gemaakt van de hem gegeven hersteltermijn. Om die reden is verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking.
2.3
Gelet op het voorgaande kan een mondelinge behandeling van het voorliggende wrakingsverzoek achterwege blijven.

3.Beslissing

De wrakingskamer verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking van
mrs. M.F.G.H. Beckers, J.W. Brunt en A. van Haeringen.
Deze beslissing is gegeven door mrs. J.F. Aalders, R. Kuiper en J. Piena, in tegenwoordigheid van mr. I.A. Kranenburg, griffier, en is op 5 april 2023 in het openbaar uitgesproken.
De voorzitter en griffier ondertekenen de uitspraak.