ECLI:NL:GHAMS:2023:880
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen toewijzing van overlevering aan Polen met betrekking tot wrakingsverzoek
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de Internationale Rechtshulpkamer van de rechtbank Amsterdam, die op 15 februari 2023 de overlevering van de opgeëiste persoon aan Polen heeft toegewezen. De opgeëiste persoon heeft op 16 februari 2023 hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing. De advocaat van de opgeëiste persoon, mr. M.R.F. Berte, heeft een beroep gedaan op doorbreking van het appelverbod, omdat er een wrakingsverzoek was ingediend vlak voor de uitspraak. Het hof heeft de ontvankelijkheid van het hoger beroep beoordeeld en de vraag of het wrakingsverzoek tijdig was, in het midden gelaten. Het hof oordeelt dat het wrakingsverzoek geen kans van slagen had en dat de schending van de rechtsregel, dat er geen uitspraak gedaan mag worden voordat op het wrakingsverzoek is beslist, niet leidt tot een doorbreking van het appelverbod. Het hof concludeert dat de opgeëiste persoon niet-ontvankelijk is in het hoger beroep, gelet op artikel 29 van de Overleveringswet. De beslissing is op 22 maart 2023 in de openbare raadkamer uitgesproken.