ECLI:NL:GHAMS:2023:838
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis in hoger beroep tegen vonnis politierechter Den Haag
Op 3 april 2023 heeft het gerechtshof Amsterdam, zitting houdend te Den Haag, uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De zaak betreft een strafzaak met parketnummer 09-116950-21, waarin de verdachte, geboren in 1978 en thans gedetineerd in een penitentiaire inrichting, hoger beroep heeft ingesteld tegen het vonnis van 12 mei 2021. Tijdens de zitting op 20 maart 2023 heeft het hof het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep gevoerd, waarbij het hof kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsvrouw.
Het hof heeft vastgesteld dat de behandeling van de zaak in hoger beroep en de bepalingen van het Wetboek van Strafrecht, met name artikel 63, niet hebben geleid tot andere overwegingen of beslissingen dan die van de eerste rechter. Daarom heeft het hof besloten het vonnis waarvan beroep te bevestigen, met de opmerking dat de bewijsvoering die in het vonnis is gehanteerd, wordt vervangen door de bewijsvoering die in een bijlage bij dit verkort arrest is opgenomen. Het hof heeft het bewijsverweer dat strekt tot vrijspraak weerlegd op basis van de beschikbare bewijsmiddelen.
De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin de rechters J.J.I. de Jong, M. Senden en R. van der Heijden zitting hadden. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van griffier P.E. de Wildt. Het arrest is openbaar uitgesproken op de zitting van 3 april 2023, waarbij mr. J.J.I. de Jong niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.