ECLI:NL:GHAMS:2023:838

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 april 2023
Publicatiedatum
5 april 2023
Zaaknummer
23-000672-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in hoger beroep tegen vonnis politierechter Den Haag

Op 3 april 2023 heeft het gerechtshof Amsterdam, zitting houdend te Den Haag, uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De zaak betreft een strafzaak met parketnummer 09-116950-21, waarin de verdachte, geboren in 1978 en thans gedetineerd in een penitentiaire inrichting, hoger beroep heeft ingesteld tegen het vonnis van 12 mei 2021. Tijdens de zitting op 20 maart 2023 heeft het hof het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep gevoerd, waarbij het hof kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsvrouw.

Het hof heeft vastgesteld dat de behandeling van de zaak in hoger beroep en de bepalingen van het Wetboek van Strafrecht, met name artikel 63, niet hebben geleid tot andere overwegingen of beslissingen dan die van de eerste rechter. Daarom heeft het hof besloten het vonnis waarvan beroep te bevestigen, met de opmerking dat de bewijsvoering die in het vonnis is gehanteerd, wordt vervangen door de bewijsvoering die in een bijlage bij dit verkort arrest is opgenomen. Het hof heeft het bewijsverweer dat strekt tot vrijspraak weerlegd op basis van de beschikbare bewijsmiddelen.

De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin de rechters J.J.I. de Jong, M. Senden en R. van der Heijden zitting hadden. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van griffier P.E. de Wildt. Het arrest is openbaar uitgesproken op de zitting van 3 april 2023, waarbij mr. J.J.I. de Jong niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000672-22
datum uitspraak: 3 april 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Den Haag, zitting houdend te Amsterdam, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 12 mei 2021 in de strafzaak onder de parketnummer 09-116950-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in PI [Penitentiaire inrichting]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 20 maart 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en zijn raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Noch de behandeling van de zaak in hoger beroep, noch het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht heeft het hof gebracht tot andere overwegingen en beslissingen dan die van de eerste rechter, zodat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, met dien verstande dat het hof de gehanteerde bewijsvoering vervangt door de bewijsvoering die (in die gevallen waarin de wet dit vereist) in een later bij dit verkort arrest te voegen bijlage is vervat. Het tot vrijspraak strekkende bewijsverweer vindt weerleging in de bewijsmiddelen.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het vorenoverwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Den Haag, zitting houdend te Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.J.I. de Jong, mr. M. Senden en mr. R. van der Heijden, in tegenwoordigheid van mr. P.E. de Wildt, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 3 april 2023.
mr. J.J.I. de Jong is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.