ECLI:NL:GHAMS:2023:803

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 maart 2023
Publicatiedatum
3 april 2023
Zaaknummer
200.323.830/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om enquête en onmiddellijke voorzieningen bij vennootschap in WHOA-procedure

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 31 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van Barcelona Investments N.V., IKN Holding N.V. en TLOB Holding B.V. De verzoeksters vroegen om een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van [A] Group, die een besloten WHOA-procedure had gestart. Daarnaast vroegen zij om onmiddellijke voorzieningen, waaronder de benoeming van een onafhankelijke bestuurder en goedkeuring van het herstructureringsplan door deze bestuurder. De Ondernemingskamer heeft het verzoek van de Aandeelhouder afgewezen, omdat er geen gegronde redenen waren om te twijfelen aan het beleid van [A] Group. De beslissing werd genomen na een mondelinge behandeling achter gesloten deuren, waarbij de standpunten van de verschillende partijen werden toegelicht. De Ondernemingskamer concludeerde dat er geen aanleiding was voor het treffen van de gevraagde voorzieningen en dat er geen proceskostenveroordeling nodig was. De beschikking werd openbaar uitgesproken op 31 maart 2023.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.323.830/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 31 maart 2023
inzake
1. de naamloze vennootschap
BARCELONA INVESTMENTS N.V.,
gevestigd te Willemstad,
2. de naamloze vennootschap
IKN HOLDING N.V.,
gevestigd te Willemstad,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TLOB HOLDING B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mr. G. te Winkel,
mr. J.R. Berkenboschen
mr. S.C. Pepels, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A] GROUP B.V.,
gevestigd te [....] ,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. A.R.J. Croiset van Uchelen,
mr. S Jansen,
mr. G.Á.C. Orbanen
mr. F.C. Perrick, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

1.[B] ,

wonende te [....] ,
2.
[C],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. C.B. Schutteen
mr. L. Heide-Jørgensen, kantoorhoudende te Amsterdam,
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoeksters als de Aandeelhouder;
  • verweerster als [A] Group;
  • belanghebbende sub 1 als [B] ; en
  • belanghebbende sub 2 als [C] .

1.Het verloop van het geding

1.1
De Aandeelhouder heeft bij verzoekschrift van 9 maart 2023 de Ondernemingskamer verzocht, samengevat,
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van [A] Group over de periode vanaf juni 2022 tot het moment van afronding van het onderzoek, althans tot het moment van de door de Ondernemingskamer te wijzen beschikking;
als onmiddellijke voorzieningen voor de duur van de procedure één (of meer) onafhankelijke bestuurder, althans commissaris, te benoemen bij [A] Group, en te bepalen dat [A] Group het herstructureringsplan slechts ter stemming aan haar schuldeisers en de Aandeelhouder mag voorleggen en dat plan in enige Nederlandse of buitenlandse procedure ter homologatie aan mag bieden met goedkeuring van deze door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder, althans commissaris, onder bepaling dat het salaris en de kosten van deze bestuurder ten laste van [A] Group komen; en
[A] Group te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.2
[A] Group heeft bij verweerschrift van 24 maart 2023 de Ondernemingskamer verzocht het verzoek van de Aandeelhouder af te wijzen.
1.3
Op 27 maart 2023 heeft mr. Croiset van Uchelen op grond van artikel 27 Rv de Ondernemingskamer verzocht om de mondelinge behandeling achter gesloten deuren te doen plaatsvinden. Dat verzoek werd gesteund door de Aandeelhouder. Op 28 maart 2023 heeft de Ondernemingskamer aan partijen bevestigd dat het verzoek zou worden ingewilligd en bepaald dat de mondelinge behandeling achter gesloten deuren zou plaatsvinden.
1.4
Op 29 maart 2023 heeft mr. Heide-Jørgensen bericht dat twee leden van de raad van commissarissen van [A] Group, [B] en [C] , zelfstandig hun standpunt over het verzoek van de Aandeelhouder naar voren wensen te brengen en dat [B] en [C] door haar en mr. Schutte zullen worden bijgestaan in deze procedure.
1.5
Op 29 maart 2023 heeft mr. O. Salah, advocaat te Amsterdam, namens een groep financiers van [A] Group, ook wel de Monitoring Committee (hierna: de MoCom) genoemd, verzocht om te worden toegelaten tot de mondelinge behandeling en daarin een mondelinge toelichting te geven namens de MoCom. Dat verzoek is door de Ondernemingskamer op 29 maart 2023 ingewilligd.
1.6
Het verzoek is achter gesloten deuren behandeld op de zitting van de Ondernemingskamer van 30 maart 2023. De advocaten hebben toen de standpunten van de verschillende partijen toegelicht aan de hand van overgelegde aantekeningen. De Aandeelhouder heeft van tevoren nadere producties toegestuurd en heeft die in het geding gebracht. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.
1.7
Aan het einde van de mondelinge behandeling heeft de Aandeelhouder de Ondernemingskamer verzocht op de meest spoedig mogelijke termijn uitspraak te doen. Gelet op de spoedeisendheid wijst de Ondernemingskamer deze kop-staart-beschikking. De uitwerking van de beschikking volgt zo spoedig mogelijk.

2.Inleiding en feiten

2.1
De feiten die de Ondernemingskamer tot uitgangspunt neemt zullen volgen in de uitgewerkte beschikking.

3.De gronden van de beslissing

3.1
De Ondernemingskamer is van oordeel dat er geen gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van [A] Group die een onderzoek rechtvaardigen. Bij die stand van zaken is geen plaats voor het treffen van een voorziening zoals verzocht. De verdere gronden van de beslissing volgen in de uitgewerkte beschikking.
3.2
De Ondernemingskamer ziet geen aanleiding om een proceskostenveroordeling uit te spreken.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
4.1
wijst het verzoek van Barcelona Investments N.V., IKN Holding N.V. en TLOB Holding B.V. af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.A.H. Melissen, voorzitter, mr. A.W.H. Vink en mr. C.M.J. Peters, raadsheren, en prof. drs. E. Eeftink RA en drs. G. van Vollenhoven-Eikelenboom AAG, raden, in tegenwoordigheid van mr. M.F. van Schendel, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2023.