Op 8 maart 2023 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak tussen de broers [A] en [H], die samen een agrarisch concern runnen. De broers hebben een langdurige en verstoorde verhouding, wat heeft geleid tot een impasse in het bestuur en de algemene vergaderingen van de vennootschappen binnen het concern. [A] heeft op 26 januari 2023 een verzoekschrift ingediend waarin hij een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de vennootschappen verzoekt, evenals de benoeming van een derde persoon tot bestuurder van de vennootschappen. [H] heeft op 16 februari 2023 een verweerschrift ingediend met een vergelijkbaar verzoek. De Ondernemingskamer heeft op 2 maart 2023 de verzoeken behandeld en vastgesteld dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid en gang van zaken binnen de vennootschappen. De Ondernemingskamer heeft besloten een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van de vennootschappen over de periode vanaf 16 januari 2018. Tevens is mr. B.M.A. van Hussen benoemd tot bestuurder van de vennootschappen met beslissende stem, en zijn de kosten van het onderzoek voor rekening van de vennootschappen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.