4.2De vrouw verzoekt in het principaal hoger beroep, met vernietiging van de bestreden beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te bepalen dat:
a. de hoofdverblijfplaats van [minderjarige] bij de vrouw in [plaats] , Zweden zal zijn;
b. (na wijziging van haar verzoek bij verweerschrift in incidenteel hoger beroep) een zorgregeling vast te leggen waarbij [minderjarige] bij de man verblijft:
- iedere voorjaarsvakantie van de dag na de laatste schooldag tot de dag voor de eerste schooldag;
- iedere paasvakantie van de dag na de laatste schooldag tot de dag voor de eerste schooldag;
- iedere Hemelvaart van de laatste schooldag tot de dag voor de eerste schooldag;
- iedere zomervakantie de eerste drie weken van de dag na de laatste schooldag en de laatste twee weken tot de zaterdag voor de eerste schooldag;
- iedere herfstvakantie van de laatste schooldag tot de dag voor de eerste schooldag;
- het even jaar van 26 december tot de dag voor de eerste schooldag en het oneven jaar van de eerste dag van de kerstvakantie tot 30 december;
waarbij de vakanties worden verlengd zodat [minderjarige] langer in Nederland is,
waarbij de man [minderjarige] in Zweden ophaalt en de vrouw [minderjarige] in Nederland ophaalt;
voorts twee keer een week van vrijdag tot zondag bij de man in Zweden, de man dient uiterlijk vier weken voor hij [minderjarige] buiten een reguliere vakantie wil bezoeken, de vrouw hierover te informeren;
[minderjarige] belt de man iedere maandag, woensdag en vrijdag tussen 18.00 uur en 19.00 uur en op zaterdag en zondag tussen 9.30 uur en 10:30 uur, waarbij de vrouw [minderjarige] naar de man laat bellen;
c. voor het geval [minderjarige] zijn hoofdverblijfplaats bij de man in Nederland heeft, verzoekt de vrouw (na wijziging van haar verzoek bij verweerschrift in incidenteel hoger beroep) een zorgregeling vast te leggen, waarbij [minderjarige] bij de vrouw verblijft:
- iedere voorjaarsvakantie van de dag na de laatste schooldag tot de dag voor de eerste schooldag;
- iedere meivakantie van de dag na de laatste schooldag tot de dag voor de eerste schooldag;
- zomervakantie vier weken aaneengesloten, in elk geval de weken in juli, van de dag na de laatste schooldag of vanaf zaterdag tot de zaterdag vier weken later;
- de herfstvakantie van de dag na de laatste schooldag tot de dag voor de eerste schooldag;
- de kerstvakantie het even jaar van 26 december tot de dag voor de eerste schooldag en het oneven jaar van de dag na de laatste schooldag tot 30 december, waarbij de vrouw [minderjarige] in Nederland ophaalt en de man [minderjarige] in Zweden ophaalt;
voorts iedere maand gedurende 10 dagen van vrijdag uit school tot zondag bij de vrouw in Nederland;
de vrouw dient uiterlijk vier weken voor zij [minderjarige] buiten een reguliere vakantie in Nederland bij zich wil hebben, de man hierover te informeren;
[minderjarige] belt iedere maandag, woensdag en vrijdag tussen 18.00 uur en 19.00 uur en op zaterdag en zondag tussen 9.30 uur en 10.30 uur waarbij de man [minderjarige] naar de vrouw laat bellen.
d. aan de vrouw vervangende toestemming wordt verleend om [minderjarige] in te schrijven op de voorschool [voorschool] aan de [A-straat] te [plaats] .