beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.317.953/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 23 maart 2023
1. de stichting
STICHTING NIEUW BEGIN,
gevestigd te Sneek,
2. de bestuursleden van Stichting Nieuw Begin:
3.
[verzoeker sub 3],
4.
[verzoeker sub 4],
5.
[verzoeker sub 5],
6.
[verzoeker sub 6],
allen woonplaats kiezende te [plaats] ,
VERZOEKERS,
advocaat:
mr. R.C. de Mol, kantoorhoudende te Den Haag,
de stichting
JP VAN DEN BENT STICHTING,
gevestigd te Deventer,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. J. Bisschop, kantoorhoudende te Zwolle.
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
- verzoeker sub 1 als Nieuw Begin;
- verzoekers sub 2 ieder afzonderlijk als [verzoeker sub 3] , [verzoeker sub 4] , [verzoeker sub 5] en [verzoeker sub 6] en gezamenlijk als de bestuursleden van Nieuw Begin;
- verzoekers gezamenlijk als Nieuw Begin c.s.;
- verweerster als Van den Bent.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Nieuw Begin c.s. hebben bij verzoekschrift van 26 oktober 2022 de Ondernemingskamer verzocht:
1. Van den Bent te bevelen om:
a. de uitspraak van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (verder ook: LCvV) van 12 juli 2022 na te leven;
b. de bestuursleden van Nieuw Begin toe te laten tot de cliëntenraad;
c. cliënten alleen toe te laten tot de cliëntenraad na schriftelijke toestemming van hun vertegenwoordigers;
d. de opzegging van de samenwerkingsovereenkomst met Nieuw Begin op te schorten;
e. te goeder trouw met de cliëntenraad in overleg te gaan, om vervolgens binnen twee weken na deze beschikking een medezeggenschapsregeling ex artikel 3 lid 2 Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (verder: Wmcz 2018) ter instemming aan de cliëntenraad voor te leggen;
althans zodanige maatregelen te treffen als de Ondernemingskamer in redelijkheid juist voorkomen;
2. Van den Bent te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.2 Van den Bent heeft bij verweerschrift van 29 november 2022 verzocht, samengevat, Nieuw Begin c.s. niet-ontvankelijk te verklaren in hun verzoek dan wel dit verzoek af te wijzen, met veroordeling van Nieuw Begin (ten aanzien van het verzochte onder d) en de bestuursleden van Nieuw Begin in de kosten van de procedure, met rente.
1.3 Het verzoek is behandeld op de zitting van de Ondernemingskamer van 22 december 2022. De advocaten hebben toen de standpunten van de verschillende partijen toegelicht aan de hand van overgelegde aantekeningen en (wat mr. De Mol betreft) onder overlegging van op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartijen gezonden nadere producties. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt. Partijen hebben nadien nog geprobeerd om in onderling overleg tot een vergelijk te komen, maar zijn daar niet in geslaagd.
2 Inleiding en feiten
2.1Deze zaak gaat over de naleving door Van den Bent van een uitspraak van de LCvV waarbij is bepaald dat zij gehouden is een cliëntenraad in te stellen en die raad een medezeggenschapsregeling voor te leggen.
2.2Nieuw Begin is in 2006 opgericht en heeft tot doel het realiseren van begeleiding, zorg en hulp voor mensen met een handicap. Nieuw Begin heeft in april 2008 een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Van den Bent. Op basis van deze overeenkomst is de zorglocatie [locatie ] (verder: [locatie ] of locatie [locatie ] ) opgericht. [verzoeker sub 3] is thans voorzitter van het bestuur van Nieuw Begin. [verzoeker sub 4] is secretaris van dat bestuur, [verzoeker sub 5] penningmeester en [verzoeker sub 6] is gewoon lid. Zij vormen het voltallige bestuur van Nieuw Begin.
2.3Van den Bent exploiteert zorgvoorzieningen op 170 locaties in de provincies [locatie 1] , [locatie 2] , [locatie 3] , [locatie 4] en [locatie 5] . In de zorgvoorzieningen wordt ondersteuning geleverd aan mensen met een verstandelijke en/of meervoudige beperking. [locatie ] is één van de locaties die Van den Bent exploiteert. De bewoners/cliënten worden begeleid en ondersteund door medewerkers van Van den Bent.
2.4Op de locatie [locatie ] wonen 13 (jong)volwassenen. De bestuursleden van Nieuw Begin zijn of waren allen ouder dan wel wettelijk vertegenwoordiger van een van de bewoners van de [locatie ] . De zoon van [verzoeker sub 3] was bewoner en cliënt van [locatie ] ; de zorgovereenkomst tussen de zoon van [verzoeker sub 3] en Van den Bent is per 1 juli 2022 geëindigd. De dochter van [verzoeker sub 4] was eveneens bewoner en cliënt van [locatie ] . Dat is geëindigd met ingang van 1 augustus 2022. Inmiddels is, anders dan bij de start van de locatie [locatie ] , een minderheid van de ouders of verwanten aangesloten bij Nieuw Begin.
2.5Nieuw Begin heeft op 4 mei 2022 aan de LCvV verzocht, zakelijk weergegeven, Van den Bent te bevelen voor locatie [locatie ] een lokale cliëntenraad in de zin van de Wmcz 2018 in te stellen, bestaande uit de bestuursleden van Nieuw Begin, en een medezeggenschapsregeling op te stellen en ter instemming aan die lokale cliëntenraad voor te leggen. De LCvV heeft in haar uitspraak van 12 juli 2022 bepaald dat Van den Bent gehouden is om op zo kort mogelijke termijn voor locatie [locatie ] een cliëntenraad als bedoeld in de Wmcz 2018 in te stellen en vervolgens voor deze locatie een medezeggenschapsregeling op te stellen en ter instemming aan de cliëntenraad voor te leggen. De LCvV heeft het verzoek van Nieuw Begin voor het overige afgewezen. Nieuw Begin heeft tegen die beslissing geen beroep ingesteld. In de uitspraak van de LCvV is onder meer het volgende overwogen:
“Ter zitting is vervolgens ook duidelijk gebleken dat partijen verschillende opvattingen hebben over welk potentieel bij de cliënten/bewoners zelf aanwezig is om formele medezeggenschap uit te gaan oefenen. De commissie erkent dat het oprichten van een raad en opstellen van een regeling onder dergelijke omstandigheden geen eenvoudige opgaaf is en acht het inschakelen van externe hulp door een organisatie van cliëntenraden met ervaring in de VG-sector dan ook aangewezen. De commissie beveelt partijen aan om hier gezamenlijk een keuze in te gaan maken.
Het initiatief voor het instellen van de cliëntenraad is aan de instelling. Dat geldt ook voor de samenstelling van de raad. Daarom kan de commissie niet meegaan in de wens van[Nieuw Begin]
de instelling bij voorbaat op te dragen haar bestuursleden te benoemen tot lid van de in te stellen raad. (…)
Naar het oordeel van de commissie is het niet zo dat op voorhand redelijk is cliënten/bewoners volledig van deelname aan de cliëntenraad en/of het totstandkomingsproces uit te sluiten. Het is zaak dat partijen op dat punt maatwerk te leveren. De samenstelling van de raad moet daarbij een punt van overleg zijn.”
2.6Van den Bent heeft daarna een cliëntenraad ingesteld. Deze bestaat thans uit zeven cliënten van [locatie ] en twee ouders van cliënten, niet zijnde bestuurders van Nieuw Begin. Ook is een medezeggenschapsregeling opgesteld en aan de cliëntenraad voorgelegd.