ECLI:NL:GHAMS:2023:616
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beschikking inzake hoofdverblijfplaats van een minderjarige na wijziging van omstandigheden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de hoofdverblijfplaats van de minderjarige [kind 1]. De man, verzoeker in hoger beroep, had eerder bij de rechtbank Amsterdam verzocht om de hoofdverblijfplaats van [kind 1] bij hem te bepalen, maar dit verzoek was afgewezen. De rechtbank had in haar beschikking van 22 juni 2022 bepaald dat de hoofdverblijfplaats bij de vrouw zou zijn. Sinds die beschikking zijn de omstandigheden echter gewijzigd: de vrouw is uit de voormalig echtelijke woning vertrokken en woont nu met haar nieuwe echtgenoot in Egypte, terwijl de man weer in de woning verblijft en de zorg voor [kind 1] op zich heeft genomen. Het hof heeft geconstateerd dat de man al tijdens het huwelijk een groot deel van de verzorging en opvoeding van [kind 1] op zich nam en dat [kind 1] zelf de wens heeft om bij zijn vader te wonen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om de juridische situatie in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie. Het hof heeft geoordeeld dat het in het belang van [kind 1] is dat zijn hoofdverblijfplaats bij de man wordt bepaald, en heeft de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.