Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
is een beschikking als in het eerste lid bedoeld, uitvoerbaar verklaard bij voorraad, dan eindigt de voogdij daags nadat de beschikking is verstrekt of verzonden.”
Wet van 30 oktober 1997 tot wijziging van, onder meer, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met invoering van gezamenlijk gezag voor een ouder en zijn partner en van gezamenlijke voogdij(Stb. 1997, 506). Door de inwerkingtreding van deze wet is ook artikel 1:253y BW ingevoerd, dat regelt wanneer een beschikking houdende de beëindiging van het gezamenlijk gezag van een ouder en een ander dan een ouder in werking treedt. Aan die bepaling is wel een tweede lid toegevoegd, dat inhoudelijk gelijk is aan bovengenoemd artikel 1:281 lid 2 BW. Zo’n beschikking kan dus wel uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard, met als gevolg dat zij dan daags na de verzending in werking treedt. Uit de parlementaire geschiedenis van voornoemde wet (kamerstukken 23.714) blijkt niet waarom aan artikel 1:253y BW wél, en aan artikel 1:282a BW níet een dergelijk tweede lid is toegevoegd. Daarover is in de desbetreffende kamerstukken in het geheel niets te vinden.