ECLI:NL:GHAMS:2023:59
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarige bij grootouder: bekrachtiging van de bestreden beschikking
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige 1] bij zijn oma moederszijde (oma mz). De moeder van [minderjarige 1] had in hoger beroep de beschikking van de kinderrechter van 25 juli 2022 bestreden, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing was verleend. De moeder, die sinds 10 september 2021 alleen het gezag over [minderjarige 1] uitoefent, stelde dat haar woonsituatie inmiddels veilig genoeg was voor [minderjarige 1] om bij haar te wonen. De Raad voor de Kinderbescherming, die als verweerder optrad, was van mening dat de uithuisplaatsing noodzakelijk bleef vanwege de onveilige situatie en de speciale zorgbehoefte van [minderjarige 1].
Tijdens de mondelinge behandeling op 9 december 2022 zijn de moeder, haar advocaat, de vertegenwoordiger van de Raad en twee vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling (GI) verschenen. De oma mz was niet aanwezig. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder de opvoedvaardigheden van de moeder en de ontwikkeling van [minderjarige 1] sinds zijn uithuisplaatsing. Het hof concludeerde dat er voldoende gronden waren voor de machtiging tot uithuisplaatsing, gezien de eerdere problematische thuissituatie van [minderjarige 1] en de noodzaak voor hem om in een veilige omgeving op te groeien.
Het hof bekrachtigde de bestreden beschikking, waarbij de uithuisplaatsing van [minderjarige 1] bij zijn oma mz werd gehandhaafd. De beslissing werd genomen in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige, waarbij het hof ook de bereidheid van de moeder om hulp te accepteren in overweging nam, maar oordeelde dat de situatie nog niet voldoende was verbeterd om [minderjarige 1] terug te plaatsen.