Uitspraak
1.[A] , en
mr. R.C. de Mol, kantoorhoudende in Den Haag,
1.stichting RAPHAËLSTICHTING,
CLIËNTENRAAD RUDOLF STEINER ZORG,
mr. W.K. Bischot, kantoorhoudende in Amsterdam.
1.Het verloop van het geding
- i) te oordelen dat de Stichting, althans Rudolf Steiner Zorg, de Cliëntenraad dient te ontbinden;
- ii) aan de Stichting, althans Rudolf Steiner Zorg, op te leggen om zo spoedig mogelijk een nieuwe cliëntenraad in te stellen met inachtneming van de Samenwerkingsovereenkomst Cliëntenraad en Rudolf Steiner Zorg en de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (hierna: Wmcz 2018);
subsidiair
- i) te bepalen dat (a) [C] , (b) [D] , (c) [E] en (d) [F] geen lid zijn van de Cliëntenraad en
- ii) te bepalen dat de Stichting, althans Rudolf Steiner Zorg, zo spoedig als mogelijk voor vervanging van deze leden heeft zorg te dragen, met inachtneming van de Samenwerkingsovereenkomst Cliëntenraad en Rudolf Steiner Zorg en de Wmcz 2018;
2.De feiten
3.De gronden van de beslissing
- i) de samenstelling van de Cliëntenraad voldoet niet aan de vereisten van de Medezeggenschapsregeling 2021 omdat (a) met betrekking tot een aantal leden van de Cliëntenraad de maximale zittingstermijn is overschreden en (b) een aantal leden van de Cliëntenraad niet aan de kwalitatieve vereisten voldoet;
- ii) de Cliëntenraad functioneert niet naar behoren omdat (a) de Cliëntenraad onvoldoende onafhankelijk is dan wel kritisch is ten opzichte van het bestuur van RSZ en (b) de Cliëntenraad de achterban onvoldoende informeert.