ECLI:NL:GHAMS:2023:509

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 februari 2023
Publicatiedatum
2 maart 2023
Zaaknummer
200.299.721/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding onderzoekskosten in ondernemingsrechtelijke procedure

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 8 februari 2023, wordt de vergoeding van de onderzoeker vastgesteld in een ondernemingsrechtelijke procedure. De Ondernemingskamer heeft eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Steenfabriek c.s. over de periode vanaf 16 oktober 2019. Mr. F.D. Stibbe werd benoemd als onderzoeker. In eerdere beschikkingen zijn verschillende maatregelen getroffen, waaronder de schorsing van bepaalde leden van de raad van commissarissen van Steenfabriek. De kosten van het onderzoek zijn door de onderzoeker gespecificeerd en bedragen € 99.045,55 exclusief btw. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er geen bezwaren zijn ingediend tegen deze kosten en heeft geoordeeld dat het bedrag niet onredelijk is. De vergoeding van de onderzoeker is dan ook vastgesteld op het genoemde bedrag, exclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.299.721/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 8 februari 2023
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
gevestigd te [....] ,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[C] .,
gevestigd te [....] ,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[D] .,
gevestigd te [....] ,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mr. G.J.R. Kalsbeeken
mr. I.J. Rozendal, beiden kantoorhoudende te Rotterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[E],
gevestigd te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STEENFABRIEK DE RIJSWAARD B.V.,
gevestigd te Aalst,
VERWEERSTERS,
advocaten:
mr. R.G.J. de Haan,
mr. M. Keuperen
mr. B.S.D. Sanders, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de stichting
STICHTING DE RIJSWAARD
gevestigd te Zaltbommel,
de leden van de raad van commissarissen van [E] :
2.
[F],
wonende te [....] ,
3.
[G] ,
wonende te [....] ,
de leden van de raad van commissarissen van Steenfabriek De Rijswaard B.V.:
4.
[F],
wonende te [....] ,
5.
[G],
wonende te [....] ,
6.
[H],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. R.G.J. de Haan,
mr. M. Keuperen
mr. B.S.D. Sanders, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

7 [I] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. V.R.M. Appelmanen
mr. T.R. Bosker, beiden kantoorhoudende te Rotterdam,
e n t e g e n
8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[J],
gevestigd te [....] ,
9. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[K],
gevestigd te [....] ,
niet verschenen,
BELANGHEBBENDEN.
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verweersters ieder afzonderlijk als BBBZ en als Steenfabriek, en gezamenlijk als Steenfabriek c.s.; en
  • belanghebbenden sub 2 t/m 5 ieder afzonderlijk als [F] en [G] .

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 3 en 14 februari 2022, 16 maart 2022, 8 juni 2022, 27 juli 2022 en 28 december 2022 in deze zaak.
1.2
Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Steenfabriek c.s. over de periode vanaf 16 oktober 2019 en mr. F.D. Stibbe (hierna: de onderzoeker) benoemd om het onderzoek te verrichten. Daarnaast heeft zij bij die beschikkingen, bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding, [F] en [G] , uitsluitend wat betreft hun hoedanigheid van voorzitter van de raad van commissarissen van Steenfabriek, geschorst en, voor zover nodig in afwijking van de statuten:
- mr. M. Bijkerk benoemd tot commissaris, tevens voorzitter van de raad van commissarissen van Steenfabriek met beslissende stem;
- H.H. Kloos benoemd tot commissaris van de raad van commissarissen van BBBZ met doorslaggevende stem.
In de beschikking van 27 juli 2022 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 120.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.3
Bij brief van 23 december 2022 heeft de onderzoeker het verslag met bijlagen van het in 1.2 bedoelde onderzoek aan de Ondernemingskamer doen toekomen. Bij de beschikking van 28 december 2022 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het ter griffie van de Ondernemingskamer neergelegde onderzoeksverslag aldaar ter inzage ligt voor belanghebbenden.
1.4
Bij e-mail van 24 januari 2023 heeft de onderzoeker een overzicht van de door hem en zijn kantoorgenoten in verband met het onderzoek gemaakte kosten gegeven en specificaties van de aan het onderzoek bestede uren aan de Ondernemingskamer doen toekomen en de Ondernemingskamer verzocht de onderzoekskosten vast te stellen. In totaal hebben de onderzoeker en zijn kantoorgenoten kosten van € 99.045,55 exclusief btw, in verband met het onderzoek gemaakt.
1.5
Van geen van de partijen heeft de Ondernemingskamer binnen de daarvoor gestelde termijn een reactie ontvangen met betrekking tot het verzoek van de onderzoeker.

2.De gronden van de beslissing

De onderzoeker heeft, zo overweegt de Ondernemingskamer, de in verband met het onderzoek gemaakte kosten voldoende toegelicht door middel van de in 1.4 genoemde stukken. Nu daartegen geen bezwaren zijn ontvangen en het bedrag aan onderzoekskosten weliswaar fors maar niet onredelijk voorkomt, zal de Ondernemingskamer de vergoeding van de onderzoeker overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 BW dan ook bepalen als hierna te vermelden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt de vergoeding van de onderzoeker op € 99.045,55, de daarover verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar hij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.C. Meijer, voorzitter, mr. A.W.H. Vink en mr. J.M. de Jongh, raadsheren, en prof. dr. mr. S. ten Have en drs. G. van Vollenhoven-Eikelenboom AAG, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Prins, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. C.C. Meijer op 8 februari 2023.