ECLI:NL:GHAMS:2023:488
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- M.T. Hoogland
- A.V.T. de Bie
- J. van Zaane
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake huurrecht echtelijke woning, hoofdverblijfplaats en zorgregeling voor minderjarige kinderen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de hoofdverblijfplaats van de kinderen en de zorgregeling na de echtscheiding van partijen. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 30 maart 2022 aangevochten, waarin de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw was bepaald. De man verzocht om de hoofdverblijfplaats van [kind 1] bij hem te bepalen en een zorgregeling vast te stellen die meer gelijk verdeeld zou zijn tussen hem en de vrouw. De vrouw verzocht de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep en de door hem verzochte wijzigingen af te wijzen.
Het hof heeft vastgesteld dat de ouders in 2003 zijn gehuwd en dat hun huwelijk op 8 juli 2022 is ontbonden. Uit het huwelijk zijn vier kinderen geboren, waarvan drie minderjarig zijn. De man heeft aangevoerd dat hij een sterke band met de kinderen heeft en dat de huidige zorgregeling niet in hun belang is. De vrouw heeft echter betwist dat de man in staat is om de zorg voor de kinderen op een veilige en stabiele manier te bieden, vooral gezien zijn huidige woonsituatie.
De Raad voor de Kinderbescherming heeft in de procedure geadviseerd dat de kinderen behoefte hebben aan rust en duidelijkheid en dat het in hun belang is om bij de vrouw te blijven wonen. Het hof heeft geconcludeerd dat de man onvoldoende onderbouwd heeft dat zijn verzoeken in het belang van de kinderen zijn. De bestreden beschikking is bekrachtigd, en de verzoeken van de man zijn afgewezen. Het hof heeft benadrukt dat de huidige zorgregeling moet worden uitgevoerd in overleg met de gezinsmanager van Jeugdbescherming Regio [plaats A].