In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. De verdachte, geboren in 1998, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor het rijden zonder rijbewijs op 26 november 2020 te Amsterdam. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte als bestuurder van een personenauto op de Tijnmuiden heeft gereden zonder dat hij een rijbewijs had dat hem daartoe bevoegd maakte. De kantonrechter had de verdachte in eerste aanleg veroordeeld tot 10 dagen hechtenis. De advocaat-generaal had in hoger beroep een voorwaardelijke hechtenis van twee weken gevorderd. Het hof heeft echter, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het reclasseringsadvies, besloten om een voorwaardelijke hechtenis van één maand op te leggen, die niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit. Het hof heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke hechtenis afgewezen. De uitspraak benadrukt de ernst van het feit en de recidive van de verdachte, maar ook de positieve ontwikkelingen in zijn persoonlijke leven, zoals het achterlaten van een negatief sociaal netwerk en het hebben van werk.