ECLI:NL:GHAMS:2023:430
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging van kinderalimentatie in hoger beroep met betrekking tot draagkracht en behoefte van kinderen in een samengesteld gezin
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de kinderalimentatie die de man moet betalen voor zijn kind [kind 1]. De man, die in hoger beroep is gekomen, verzoekt om de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [kind 1] te verlagen naar € 57,75 per maand met ingang van 1 januari 2018, terwijl de vrouw verzoekt om de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek. Het hof heeft vastgesteld dat de man ontvankelijk is in zijn hoger beroep, ondanks dat hij zijn grieven niet expliciet heeft benoemd. Het hof heeft de draagkracht van de man beoordeeld, die als installateur werkt en een eenmanszaak heeft. De man heeft een fluctuerend inkomen, met een gemiddelde winst over de jaren 2018 tot en met 2021 van € 29.873,-. De vrouw heeft een stabiel inkomen en de gezamenlijke draagkracht van beide partijen is berekend. Het hof heeft de behoefte van [kind 1] vastgesteld op € 417,- per maand in 2020 en € 438,- per maand in 2022. Na toepassing van de zorgkorting en rekening houdend met de draagkracht van beide ouders, heeft het hof de bijdrage van de man vastgesteld op € 146,- per maand met ingang van 5 juni 2020 en € 85,- per maand met ingang van 1 januari 2022. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen.