ECLI:NL:GHAMS:2023:424
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake hoofdverblijfplaats en zorgregeling voor minderjarige na relatiebreuk
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de hoofdverblijfplaats en zorgregeling van de minderjarige [minderjarige], geboren uit de relatie tussen de man en de vrouw. De man, verzoeker in principaal hoger beroep, verzoekt de hoofdverblijfplaats van [minderjarige] bij hem te bepalen, terwijl de vrouw, verweerster in principaal hoger beroep, de bestreden beschikking van de rechtbank Noord-Holland wenst te bekrachtigen. De rechtbank had eerder bepaald dat de hoofdverblijfplaats van [minderjarige] bij de vrouw zou zijn, met een zorgregeling waarbij [minderjarige] van zondag 10.00 uur tot woensdag 9.00 uur bij de man verblijft.
De procedure in hoger beroep begon op 20 juli 2022, toen de man in hoger beroep ging tegen de beschikking van de rechtbank. De vrouw diende op 12 oktober 2022 een verweerschrift in, waarin zij ook incidenteel hoger beroep aantekende. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 december 2022 zijn beide ouders verschenen, bijgestaan door hun advocaten, en is de Raad voor de Kinderbescherming als belanghebbende betrokken.
Het hof heeft de belangen van [minderjarige] als uitgangspunt genomen en vastgesteld dat beide ouders in staat zijn om voor hem te zorgen. Het hof heeft de huidige zorgregeling, die sinds de bestreden beschikking goed verloopt, bekrachtigd. De man heeft verzocht om een wijziging van de zorgregeling, maar het hof oordeelt dat de huidige regeling in het belang van [minderjarige] is, omdat deze hem in staat stelt om goed contact te onderhouden met beide ouders. De vrouw heeft haar werkrooster afgestemd op de huidige zorgregeling, en er zijn geen aanwijzingen dat de situatie van de vrouw onveilig is voor [minderjarige].
Het hof heeft ook de regeling met betrekking tot vakanties en feestdagen vastgesteld, waarbij ieder van de ouders recht heeft op drie aaneengesloten weken vakantie per jaar met [minderjarige]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof heeft het in hoger beroep meer of anders verzochte afgewezen.