In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1977, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor opzetheling. De tenlastelegging betrof het verwerven en voorhanden hebben van een chassis en onderdelen van een BMW X5, die als gestolen waren opgegeven. Tijdens de zitting in hoger beroep op 30 januari 2023 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 20 september 2017 in zijn autodemontagebedrijf een chassis en onderdelen van een BMW X5 heeft aangetroffen, die afkomstig waren van diefstal. De verdachte had verklaard dat hij de BMW X5 op 19 september 2017 had gekocht voor onderdelen, maar het hof oordeelde dat hij bewust de kans had aanvaard dat de auto door misdrijf verkregen was. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en de verdachte schuldig bevonden aan opzetheling van het chassis en de onderdelen van de BMW X5, maar vrijgesproken van de overige tenlastegelegde goederen. De straf is vastgesteld op een taakstraf van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Het hof heeft ook beslist over het beslag en de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen voorwerpen.