ECLI:NL:GHAMS:2023:411

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 februari 2023
Publicatiedatum
20 februari 2023
Zaaknummer
23-002872-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzetheling van gestolen chassis en auto-onderdelen in autodemontagebedrijf

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1977, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor opzetheling. De tenlastelegging betrof het verwerven en voorhanden hebben van een chassis en onderdelen van een BMW X5, die als gestolen waren opgegeven. Tijdens de zitting in hoger beroep op 30 januari 2023 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 20 september 2017 in zijn autodemontagebedrijf een chassis en onderdelen van een BMW X5 heeft aangetroffen, die afkomstig waren van diefstal. De verdachte had verklaard dat hij de BMW X5 op 19 september 2017 had gekocht voor onderdelen, maar het hof oordeelde dat hij bewust de kans had aanvaard dat de auto door misdrijf verkregen was. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en de verdachte schuldig bevonden aan opzetheling van het chassis en de onderdelen van de BMW X5, maar vrijgesproken van de overige tenlastegelegde goederen. De straf is vastgesteld op een taakstraf van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Het hof heeft ook beslist over het beslag en de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen voorwerpen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002872-20
datum uitspraak: 13 februari 2023
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 8 december 2020 in de strafzaak onder parketnummer
15-810182-17 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1977,
adres: [adres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
30 januari 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 mei 2017 tot en met
20 september 2017 te Vijfhuizen, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland (telkens), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal een of meer goederen, te weten
 een chassis van een zilverkleurige BMW X5 voorzien van chassisnummer [nummer01] welke voorzien was van een baken/plaatsbepalingsapparatuur en/of meerdere onderdelen die behoorden tot een zilverkleurige BMW X5, en/of
 een chassis van een wit kleurige VW GOLF 7, voorzien van chassisnummer [nummer02] , en/of
 meerdere onderdelen die behoorden tot een witkleurige VW Golf 7, en/of
 twee kentekenplaten [kenteken01] , horende bij voornoemde VW Golf 7, welk voertuig op
13 september 2017 als gestolen was opgegeven, en/of
 een kentekenplaat [kenteken02] , horende bij een witte Seat Ibiza, welke op 7 september 2017 als gestolen was opgegeven, en/of
 een kentekenplaat [kenteken03] , horende bij een zwarte Volkswagen Golf, welke op 11 september 2017 als gestolen was opgegeven, en/of
 een kentekenplaat [kenteken04] , horende bij een zwarte BMW 7Er Reihe, welke op 7 september 2017 als gestolen was opgegeven, en/of
 twee kentekenplaten [kenteken05] , horende bij een grijze Audi AS Sportback welke op 2 augustus 2017 als gestolen was opgegeven, en/of
 een lopersleutel,
heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) (telkens) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof(fen), van welk misdrijf hij, verdachte een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.

Bewijsoverweging

De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van het chassis en de onderdelen van de BMW X5 en dat de verdachte ten aanzien van de overige in de tenlastelegging genoemde goederen moet worden vrijgesproken.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het tenlastegelegde, omdat hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van de goederen niet wist, althans niet redelijkerwijs moest vermoeden, dat het door misdrijf verkregen goederen betroffen.
Het hof overweegt als volgt.
Het hof stelt op de grond van de inhoud van het dossier de navolgende feiten en omstandigheden vast.
Op 20 september 2017 heeft in het bedrijfspand van [bedrijf01] een doorzoeking plaatsgevonden. De verdachte was op dat moment eigenaar van dat bedrijf, welk bedrijf zich onder meer bezighield met schadeherstel- en sloopwerkzaamheden van auto’s en de in- en verkoop van auto-onderdelen. Bij doorzoeking van het bedrijfspand zijn een chassis en onderdelen van een van diefstal afkomstige BMW X5 aangetroffen. De verdachte heeft verklaard dat hij de BMW X5 op
19 september 2017 voor onderdelen heeft gekocht van [naam01] en het kenteken van de BMW X5 bij de RDW heeft gecontroleerd, maar nog in afwachting was van het bijbehorende kentekenbewijs en inmiddels al wel was begonnen met het demonteren van alle onderdelen. Uit de verklaringen van de verdachte en zijn broer, die op dat moment werkzaam was in het bedrijf van de verdachte, blijkt verder dat niet altijd alle afzonderlijke auto-onderdelen gecontroleerd konden worden en dat geen sprake was van een deugdelijke boekhouding of administratie van de in- en verkochte auto’s en auto-onderdelen.
Het hof is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat de verdachte ten tijde van het verwerven en voorhanden krijgen van de BMW bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de auto door misdrijf verkregen was. Bij dat oordeel heeft het hof eveneens in aanmerking genomen dat het een feit van algemene bekendheid is dat bij de handel in tweedehands auto’s en auto-onderdelen ook veel gestolen goederen omgaan en dat van de verdachte, als professional, een grote mate van zorgvuldigheid en een zekere expertise mocht worden verwacht bij de inkoop van auto’s en auto-onderdelen, ook indien wordt ingekocht van een relatief bekende. De omstandigheid dat de verdachte vooraf het kenteken van de BMX X5 heeft gecontroleerd maakt dat oordeel niet anders, omdat deze controle niets waard is op het moment dat het kentekenbewijs nog niet in bezit is van diegene die de controle uitvoert en dus niet gecontroleerd kan worden of dat kenteken daadwerkelijk bij die auto hoort.
Het hof acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van (het chassis en de onderdelen van) de BMW X5.
Het hof is, met de advocaat-generaal en de raadsman, van oordeel dat de verdachte ten aanzien van de overige op de tenlastelegging genoemde goederen moet worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 18 september 2017 tot en met 20 september 2017 te Vijfhuizen een chassis van een zilverkleurige BMW X5 voorzien van chassisnummer [nummer01] en meerdere onderdelen die behoorden tot een zilverkleurige BMW X5, heeft verworven en voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betroffen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
opzetheling.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 38 dagen met aftrek van de tijd die de verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor opzetheling van het chassis en de onderdelen van de BMW X5 zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis, met aftrek van de tijd die de verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De raadsman heeft ten aanzien van de strafoplegging geen standpunt ingenomen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan opzetheling. Bij een doorzoeking in het bedrijfspand van zijn autodemontagebedrijf zijn het chassis en onderdelen van een van diefstal afkomstige BMW X5 aangetroffen. Deze onderdelen waren door de verdachte gedemonteerd voordat hij zich ervan had vergewist of de auto gestolen was. Door aldus te handelen heeft de verdachte bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen auto’s en onderdelen daarvan.
Het hof heeft wat betreft de persoon van de verdachte kennisgenomen van een advies van de reclassering van 4 juni 2020 strekkende tot voortijdige positieve beëindiging van het (schorsings)toezicht – de verdachte heeft zich in het kader van dat toezicht gedurende een periode van bijna drie jaar aan een aantal bijzondere voorwaarden met elektronisch toezicht moeten houden – alsmede van hetgeen de verdachte hieromtrent ter terechtzitting in hoger beroep naar voren heeft gebracht. Daaruit is onder meer gebleken dat de verdachte door deze zaak zijn bedrijf heeft moeten sluiten en zijn woning heeft moeten verkopen, maar dat het naar omstandigheden goed gaat.
Het hof stelt vast dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in eerste aanleg en in hoger beroep is overschreden. De verdachte is op
21 september 2017 in verzekering gesteld, terwijl de rechtbank op 8 december 2020 – bijna drie jaar en drie maanden later – vonnis heeft gewezen. De verdacht heeft vervolgens op 15 december 2020 hoger beroep ingesteld, terwijl het hof op 13 februari 2023 – bijna twee jaar en twee maanden later – arrest wijst. De overschrijding in eerste aanleg bedraagt ongeveer vijftien maanden en die in tweede aanleg ongeveer twee maanden.
Alles afwegende is het hof van oordeel dat gelet op de omstandigheden dat verdachte lange tijd is onderworpen aan een vrijheidsbeperkend schorsingstoezicht en dat de redelijke termijn, zoals hiervoor besproken, is overschreden, volstaan kan worden met een werkstraf van beperkte omvang.

Beslag

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof omtrent het beslag beslist zoals de rechtbank dat heeft gedaan.
De raadsman heeft ten aanzien van het beslag geen standpunt ingenomen.
Het hof overweegt als volgt.
De op de beslaglijst onder 1 tot en met 8 vermelde voorwerpen, die nog niet zijn teruggegeven, behoren aan de verdachte toe en zijn aangetroffen bij gelegenheid van het onderzoek naar het bewezenverklaarde feit. Deze voorwerpen zullen worden onttrokken aan het verkeer, omdat zij kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten en van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
De harddisk behoort aan de verdachte toe en is nog niet aan de verdachte teruggegeven, zodat daarvan de teruggave aan de verdachte zal worden gelast.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d, 36b, 36d en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
30 (dertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
 1 1 STK Chassis van VW Golf (803218);
 1 1 STK Auto-onderdelen BMW Reihe (753910);
 1 1 STK Kentekenplaat [kenteken05] (803124);
 1 1 STK Kentekenplaat [kenteken04] (803127);
 1 1 STK Kentekenplaat [kenteken02] (803132);
 1 1 STK Kentekenplaat [kenteken03] (803134);
 1 1 STK Kentekenplaat [kenteken01] (803136);
 1 1 STK Sleutel (loper) (803143).
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: 1 STK Harddisk (zwart merkloos) (803140).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.A.E. van Noort, mr. H.J.M. Smid-Verhage en mr. P.K. van Riemsdijk, in tegenwoordigheid van mr. L. van Dijk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 13 februari 2023.
Mr. H.J.M. Smid-Verhage en mr. P.K. van Riemsdijk zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]