ECLI:NL:GHAMS:2023:394

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 februari 2023
Publicatiedatum
16 februari 2023
Zaaknummer
23-002473-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van vonnis in hoger beroep inzake winkeldiefstal met aanvullende strafmaatoverweging

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 2 september 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1970 zonder vaste woon- of verblijfplaats, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder uitgesproken vonnis. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar met een aanvulling op de strafmaatoverweging. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht. De advocaat-generaal had een lagere straf gevorderd, namelijk een gevangenisstraf van één week. Het hof heeft echter besloten om de eerder opgelegde straf te handhaven, omdat de verdachte in het verleden al veelvuldig was veroordeeld voor winkeldiefstal en er recentelijk ook een voorwaardelijke straf was opgelegd die niet meer uitvoerbaar was. Het hof oordeelde dat de omstandigheden, waaronder de eerdere veroordelingen en de recente tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf, een gevangenisstraf van twee weken rechtvaardigen. Het arrest is uitgesproken in een openbare zitting, waarbij de rechters L.F. Roseval, M.F.J.M. de Werd en R.D. van Heffen aanwezig waren, en griffier I.A. de Bruijne.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002473-21
datum uitspraak: 16 februari 2023
TEGENSPRAAK (raadsman op eerdere terechtzitting gemachtigd)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 2 september 2021 in de strafzaak onder parketnummer 13-229369-21 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ([geboorteland01]) op [geboortedatum01] 1970,
zonder vaste woon- of verblijfplaats.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 2 februari 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof:
  • de door de politierechter gebezigde bewijsmiddelen vervangt en deze, na het eventueel instellen van beroep in cassatie, uitgewerkt zal opnemen in de op te maken aanvulling op dit arrest;
  • het vonnis aanvult met de hiernavolgende strafmaatoverweging;
  • artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht aan de toepasselijke wettelijke voorschriften toevoegt.

Aanvullende strafmaatoverweging

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van een week.
Het hof verenigt zich met de door de politierechter opgelegde straf en legt daarmee een hogere straf op dan door de advocaat-generaal gevorderd. Het hof overweegt daartoe als volgt.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 11 januari 2023 is hij wegens winkeldiefstal eerder veelvuldig veroordeeld tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen. Ook is gebleken dat de verdachte op 13 april 2022, na de veroordeling voor het onderhavige feit, wegens winkeldiefstal is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeventien dagen, waarvan veertien dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht is van toepassing. Dit brengt naar het oordeel van het hof echter niet zonder meer mee dat een lagere gevangenisstraf moet volgen dan in eerste aanleg is opgelegd. Het wettelijk strafmaximum is immers nog niet bereikt. Daarnaast is gebleken dat op 19 december 2022 door de politierechter de tenuitvoerlegging van de op 13 april 2022 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van veertien dagen is gelast. Uit het reclasseringsadvies van Inforsa van 29 augustus 2022 blijkt dat het als bijzondere voorwaarde bij die deels voorwaardelijke straf aan de verdachte opgelegde toezicht niet langer uitvoerbaar is, omdat de verdachte langdurig uit beeld was geraakt.
Gelet op deze omstandigheden acht het hof een gevangenisstraf voor de duur van twee weken, met aftrek van voorarrest, passend en geboden.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. L.F. Roseval, mr. M.F.J.M. de Werd en mr. R.D. van Heffen,
in tegenwoordigheid van mr. I.A. de Bruijne, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 16 februari 2023.
mrs. Roseval en De Werd zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.
=========================================================================
[…]