In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 2 september 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1970 zonder vaste woon- of verblijfplaats, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder uitgesproken vonnis. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar met een aanvulling op de strafmaatoverweging. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht. De advocaat-generaal had een lagere straf gevorderd, namelijk een gevangenisstraf van één week. Het hof heeft echter besloten om de eerder opgelegde straf te handhaven, omdat de verdachte in het verleden al veelvuldig was veroordeeld voor winkeldiefstal en er recentelijk ook een voorwaardelijke straf was opgelegd die niet meer uitvoerbaar was. Het hof oordeelde dat de omstandigheden, waaronder de eerdere veroordelingen en de recente tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf, een gevangenisstraf van twee weken rechtvaardigen. Het arrest is uitgesproken in een openbare zitting, waarbij de rechters L.F. Roseval, M.F.J.M. de Werd en R.D. van Heffen aanwezig waren, en griffier I.A. de Bruijne.