Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
Speler van VSC kwam invliegen met gestrekt been waarbij hij de enkel/been van de speler van Odin raakte. De enkel/onderbeen brak hierbij. Hierna heb ik een ambulance gebeld en de wedstrijd gestaakt. Ik heb de speler verteld dat hij met buitensporig inzet in kwam vliegen.”
Een buitensporige overtreding zorgde voor een dubbele beenbreuk. Nadat de ambulance geweest was, was iedereen zo geschrokken dat verder spelen geen optie was.”
Na een grove overtreding/rode kaart moest er een ambulance gebeld worden ivm dubbele beenbreuk. De beide teams waren zo onder de indruk dat verder spelen geen optie was.”
op grove wijze onderuithalen van een tegenstander met letsel als gevolg” voor vijf maanden uit te sluiten van deelname aan wedstrijden. Tegen deze uitspraak heeft [geïntimeerde] tijdig beroep ingesteld bij de commissie van beroep van de KNVB. Daarop is echter niet beslist omdat het dossier van [geïntimeerde] bij de KNVB in het ongerede is geraakt.
(…)
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
(…) Ik kreeg de bal aangespeeld op heuphoogte en met mijn rechter been nam ik de bal aan. Toen ik de bal aannam vloog ik door de lucht. (…)”
(…) De bal was aan de voet van [appellant] toen hij werd geraakt. (…)”
(…) Mijn positie op het veld was niet ideaal om het goed te kunnen zien, (…)”
(…) Ik heb gezien dat [geïntimeerde] vanaf ongeveer 2 meter afstand een aanloop nam om de bal te onderscheppen dat was vanaf het moment dat [appellant] de bal had aangenomen. (…)”
(…) [appellant] had de bal aan de voet en [geïntimeerde] zette een tackle in op [appellant] . (…)”
(…) Ik deed twee stappen en maakte de sliding, op dat moment speelde [appellant] de bal. (…)”
(…) [appellant] had de bal aan zijn rechtervoet en voerde een loopactie uit. [geïntimeerde] maakte een sliding met zijn linkerbeen op de bal. (…)”
(…) De bal was voor de voeten van [appellant] . Voordat [geïntimeerde]hem raakte tikte [appellant] de bal weg richting de achterlijn. (…)”
Toen ik de bal aannam vloog ik door de lucht.”). Ook als ervan uit moet worden gegaan dat [appellant] niet meer in balbezit was toen [geïntimeerde] hem raakte, betekent dit niet dat [geïntimeerde] , toen hij de sliding tackle begon uit te voeren, geen mogelijkheid had om de bal te spelen en alleen maar [appellant] kon raken. [appellant] was op dat moment immers nog wel in balbezit en moest erop bedacht zijn dat een tegenstander de bal zou willen veroveren door middel van een sliding tackle. De omstandigheid dat [appellant] de bal mogelijk heeft afgespeeld terwijl [geïntimeerde] de sliding tackle uitvoerde, maakt dit niet anders.
(…) Er werd een sliding ingezet op hoge snelheid en [appellant] is op zijn been geraakt. (…) Het been van [geïntimeerde] was gestrekt voordat [appellant] geraakt werd. Ik weet niet wat de positie van zijn andere been was. [geïntimeerde] raakte hem boven zijn schoen. Omdat [appellant] boven zijn schoen werd geraakt moet het zo zijn geweest dat [geïntimeerde] zijn been in de lucht had. Ik zag hem inkomen met een gestrekt been maar ik weet niet of dat been al vanaf het begin al gestrekt was. (…)”
(…) [geïntimeerde] kwam op [appellant] invliegen (…) Hij kwam heel hard aan met een gestrekt been. Ik weet niet hoe hoog het been was. (…) Ik heb gezien dat [geïntimeerde] vanaf ongeveer 2 meter afstand een aanloop nam om de bal te onderscheppen dat was vanaf het moment dat [appellant] de bal had aangenomen. Dat ging vliegend met zijn linkerbeen onder zijn rechterbeen. [appellant] werd boven de enkel geraakt met een gestrekt rechterbeen. Tijdens de beweging van [geïntimeerde] was zijn heup van de grond. Van de sliding was misschien het allerlaatste stukje over de grond. (…) Ik zag dat [appellant] 2 stappen had gezet en [geïntimeerde] maakte aanstalten om een sliding te maken, hij zette af en op het moment dat [appellant] werd geraakt was het duidelijk dat het mis was. Hij raakte hem met zijn middenvoet of hak. (…)”
(…) De tackle kwam schuin van achter en kwam terecht op het been waar [appellant] op stond. (…) [geïntimeerde] kwam ingevlogen, het was een vliegende tackle op het been van [appellant] in de grond. (…) Het was een soort vliegende karatetrap. Het been was omhoog en het was zeker niet vanaf de grond. Het been was van de grond waardoor die op de scheen van [appellant] terechtkwam. (…) [geïntimeerde] had 1 been gestrekt, geen 2 benen. Het andere been was volgens mij niet op de grond, ik denk dat het was ingetrokken. Ik denk dat het gestrekte been het linkerbeen was. (…)”
(…) Ik zag dat er een tackle werd ingezet met een gestrekt been. (…) De tackle werd ingezet met een gestrekt been met de voet omhoog. (…) Met inglijden bedoel ik het inzetten van een sliding. Ik heb gezien dat [geïntimeerde] dat met een gestrekt been deed. Ik weet niet of dat been aan de grond was of in de lucht. (…) De beweging die [geïntimeerde] maakte, was inglijden met 1 gestrekt been. Het onderste been glijdt dan over de grond. Hoe hoog het been was weet ik niet.”
(…) De heer [geïntimeerde] maakte een vliegende tackle (…) Met een vliegende tackle bedoel ik dat [geïntimeerde] volledig van de grond was, er was sprake van één been in de lucht. Ik weet niet meer welk been dat was. En met dat been werd mijn broer geraakt in zijn kuit. (…) Ik heb volgens mij gezien dat [geïntimeerde] geen contact hield met de grond met zijn heup. (…)”
(…) [geïntimeerde] had een recht gestrekt been. Of dat één of twee benen waren weet ik niet meer. Ik heb gezien dat [appellant] werd geraakt aan de binnenkant van zijn rechterbeen of aan de buitenkant van zijn linkerbeen. Dat weet ik niet precies. Dat kon ik niet goed zien vanaf de andere kant van het veld, op meer dan 50 meter afstand. Nu u dit weer dicteert wil ik u zeggen dat ik niet meer precies herinner op welke plek [appellant] werd geraakt. Ik weet alleen dat het aan de onderkant van zijn lichaam was, boven de enkels. Ik weet niet of het been of de benen gestrekt waren. (…)”
(…) De beweging die ik richting [appellant] maakte was een sliding, daarbij stak ik mijn been uit, mijn andere been gebogen daaronder, en met mijn billen op de grond. (…) Ik deed twee stappen en maakte de sliding, op dat moment speelde [appellant] de bal. Mijn rechterbeen had ik onder mijn lichaam en mijn linkerbeen licht gestrekt. Op het moment dat ik naar de grond ging zag ik dat wij zouden gaan botsen en trok ik mijn beide benen in. De sliding ging schuin ten opzichte van de vloer en ik gleed een beetje naar mijn rug. Ik had één been op de grond, en één been onder mij. (…) Ik heb daarna mijn beide benen ingetrokken en rolde naar mijn billen. (…) Ik hield contact met de grond. Ik had één been op de grond en het andere been uitgestrekt. (…) Voordat ik de sliding inzette heb ik twee stappen gezet. (…) Die stappen zijn bedoeld om snelheid te krijgen. De afstand tussen mijn positie waar ik mijn actie begon en waar ik [appellant] heb geraakt was ongeveer 2,5 meter. (…) Ik heb [appellant] geraakt in een hoek van 90 graden vanaf de zijkant. In plaats van de bal kwam ik [appellant] tegen. Met mijn billen gleed ik over de grond en mijn voeten waren een paar centimeter van de grond, verwacht ik. Maar dat weet ik niet zeker. (…)”
(…) [geïntimeerde] speelde rechts achter en maakte een verdedigende actie die te laat was. Hij zette een sliding in om de bal te spelen. (…) Met een sliding bedoel ik, een beweging met de voeten naar de grond, liggend op de grond. Een sliding begint in de lucht maar op het moment van raken van de bal steunen de heupen en knie op de grond. [appellant] speelde de bal weg, hij stond op dat moment vast in de grond. [geïntimeerde] raakte het been van [appellant] , ik heb niet gezien op welke plek. [appellant] had de bal net gespeeld. (…) Dit soort acties gebeuren vaak per wedstrijd. (…) De houding van de benen van [geïntimeerde] heb ik niet gezien. (…)”
(…) [geïntimeerde] maakte een sliding vanaf rechts richting de bal om de bal te veroveren. (…) Het was een sliding zoals die meerdere keren per wedstrijd wordt gemaakt. Dat betekent met één gestrekt been en het andere been onder of naast het lichaam waarbij een glijdende beweging over het gras richting de bal wordt gemaakt. Ik heb gezien dat [geïntimeerde] zo’n beweging maakte. Dat wil zeggen, met één been gestrekt richting de bal en het andere been gebogen langs het lichaam. (…) Bij de sliding van [geïntimeerde] was zijn lichaam aan de grond terwijl hij één been gebogen langs het lichaam had. (…) Ik weet niet welk been gestrekt was en welk been gebogen. (…)”
(…) [geïntimeerde] maakte een sliding met zijn linkerbeen vooruit gestoken en zijn rechterbeen gebogen. Hij lag op de grond en zijn voeten waren op de grond. In mijn beleving was het een sliding met het hele lichaam over de grond. Zijn bovenlichaam was gebogen. (…) [geïntimeerde] maakte een sliding met zijn linkerbeen op de bal. (…) Hij nam daarbij de speler mee met zijn rechterbeen en raakte het linker standbeen. (…) Ik stond op een afstand van ongeveer 2 of 3 meter er vandaan. (…) Dit geval was het een sliding met de intentie om de bal te spelen met natuurlijk een ongelukkige afloop. (…) Ik kreeg [geïntimeerde] in mijn beeld op het moment dat de bal naar [appellant] werd gespeeld. Ik heb niet letterlijk gezien of hij kwam aanlopen. Ik heb hem enkele meters zien lopen voordat hij zijn actie inzette. (…) [geïntimeerde] raakte [appellant] schuin van voren. [geïntimeerde] was iets te laat met de sliding. (…) [geïntimeerde] had zijn voeten aan de grond op het moment van de impact.”
(…) [geïntimeerde] lag op zijn rechterbeen, zijn linkerbeen strekte hij uit. [geïntimeerde] nam de sliding, dat wil zeggen op de bal gericht die hij wilde pakken en over de grond. Zijn linkerbeen had hij recht vooruit. Of het ook een gestrekt been was vind ik moeilijk te bedenken. Hij is de sliding met een gebogen been begonnen, daarmee bedoel ik dat zijn been iets was ingetrokken. (…) Ik herinner mij dat [appellant] van opzij werd geraakt, hij was net [geïntimeerde] voorbij toen hij geraakt werd. Het was in ieder geval niet van achteren. (…) De actie van [geïntimeerde] was een sliding zoals die vaker wordt gemaakt. Het was niet bijzonder. Wel treurig dat ‘ie te laat was. Zijn been was op de grond. (…) Het linkerbeen van [geïntimeerde] was gebogen over het gebogen rechterbeen. Het linkerbeen heeft hij later gestrekt om de bal te kunnen raken. (…)”
Het andere been was volgens mij niet op de grond, ik denk dat het was ingetrokken.”). [naam 9] , [naam 2] en [naam 12] hebben verklaard dat [geïntimeerde] de sliding tackle over de grond, en dus niet vliegend, heeft uitgevoerd. Het hof heeft hierbij verder betrokken dat, gelet op zijn positie tijdens het ongeval, [naam 2] de getuige is die het beste zicht had op het voorval: hij stond volgens zijn verklaring op twee a drie meter van de plaats waar [appellant] zich bevond tijdens het ongeval en heeft de situatie goed kunnen zien. Daarbij moet bovendien in aanmerking genomen worden dat [naam 2] als grensrechter optrad en in die hoedanigheid de taak had het spel en de gedragingen van de spelers bewust te volgen. [naam 2] heeft een gedetailleerde getuigenverklaring afgelegd, die geen steun biedt voor de stelling van [appellant] dat [geïntimeerde] de sliding tackle op een zeer gevaarlijke wijze heeft uitgevoerd.
6.Beslissing
€ 163,- voor nasalaris, te vermeerderen met € 85,- voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit arrest plaatsvindt;