ECLI:NL:GHAMS:2023:3727

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 april 2023
Publicatiedatum
18 april 2024
Zaaknummer
23-000389-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van vrijspraak in hoger beroep met vervangende overwegingen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 5 februari 2021. De verdachte, geboren in 1989, was aangeklaagd voor bedreiging met een vuurwapen en diefstal met geweld. Het openbaar ministerie had hoger beroep ingesteld tegen de vrijspraak van de verdachte door de rechtbank. Tijdens de zitting op 6 april 2023 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdediging van de verdachte. De tenlastelegging omvatte onder andere het bedreigen van een slachtoffer met een vuurwapen en het medeplichtig zijn aan een diefstal van €80.000, gepleegd op 18 november 2019 in Zandvoort. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet wettig en overtuigend is bewezen dat hij de primair tenlastegelegde feiten heeft gepleegd, en heeft hem daarom vrijgesproken van deze beschuldigingen. Ook het subsidiair tenlastegelegde feit kon niet met de vereiste mate van zekerheid worden bewezen, waardoor de verdachte ook hiervan werd vrijgesproken. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar de overwegingen die aan de beslissing tot vrijspraak ten grondslag lagen, vervangen door nieuwe overwegingen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000389-21
datum uitspraak: 20 april 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 5 februari 2021 in de strafzaak onder parketnummer 15-106010-20 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1989,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
6 april 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en zijn raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de door de rechtbank toegelaten wijziging is aan de verdachte tenlastegelegd dat:
primair
hij op of omstreeks 18 november 2019 te Zandvoort, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een sealbag met daarin een geldbedrag van € 80.000 (tachtigduizend euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf] B.V. en/of [casino], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld, [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een sealbag met daarin een geldbedrag van € 80.000 (tachtigduizend euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf] B.V. en/of [casino], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat
- die [slachtoffer] met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, werd bedreigd en/of
- die [slachtoffer] dreigend de volgende woorden werd toegevoegd: ‘Ik ga schieten, ik ga schieten’ en/of ‘ik ga je knallen vriend’, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
subsidiair[naam] en/of een of meer (nog onbekende) perso(o)n(en) op of omstreeks 18 november 2019 te Zandvoort, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een sealbag met daarin een geldbedrag van €80.000 (tachtigduizend euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf] B.V. en/of [casino], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld, [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een sealbag met daarin een geldbedrag van €80.000 (tachtigduizend euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf] B.V. en/of [casino], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat
- die [slachtoffer] met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, werd bedreigd en/of
- die [slachtoffer] dreigend de volgende woorden werd toegevoegd: ‘Ik ga schieten, ik ga schieten’ en/of ‘ik ga je knallen vriend’, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 18 november 2019 te Zandvoort opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door die [naam] en/of zijn mededader(s) te vervoeren naar de (omgeving van de) plaats delict in Zandvoort.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, met dien verstande dat het hof de overwegingen die de rechtbank aan de beslissing tot vrijspraak ten grondslag heeft gelegd, vervangt door de onderstaande overwegingen.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden, met aftrek van voorarrest.

Vrijspraak

Met de advocaat-generaal en de raadsvrouw is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen de verdachte primair is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Met de verdediging is het hof van oordeel dat ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde niet met een voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de verdachte opzet heeft gehad op het gronddelict en op het leveren van een bijdrage daaraan. Naar het oordeel van het hof is dus niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte subsidiair is tenlastegelegd, zodat de verdachte ook hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van hetgeen hiervoor is overwogen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.P. den Otter, mr. R. Kuiper en mr. W.S. Ludwig, in tegenwoordigheid van
mr. S.L.D. Vriend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
20 april 2023.
=========================================================================
[…]