ECLI:NL:GHAMS:2023:3710

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 april 2023
Publicatiedatum
4 maart 2024
Zaaknummer
200.325.432/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek tegen het Gerechtshof Amsterdam zonder specifieke raadsheren

Op 4 april 2023 heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen het Gerechtshof Amsterdam. Dit verzoek is niet gericht tegen specifieke raadsheren, maar tegen het gehele gerechtshof. De hoofdzaak betreft een artikel 12 Sv klachtprocedure, waarvan de inhoudelijke behandeling gepland staat op 14 april 2023. De verzoeker stelt dat er sprake is van eerder bedrog en kennelijke corrupte praktijken, wat volgens hem de onpartijdigheid van het gerechtshof zou kunnen schaden.

De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld en is van oordeel dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Dit is gebaseerd op het Wrakingsprotocol van het gerechtshof Amsterdam, dat bepaalt dat een verzoek zonder behandeling ter zitting niet-ontvankelijk kan worden verklaard. De wrakingskamer heeft deze beslissing op 11 april 2023 genomen, waarbij de verzoeker niet-ontvankelijk is verklaard in zijn verzoek tot wraking.

De beslissing is genomen door de rechters A.M. van Amsterdam, R. Kuiper en A.R. Sturhoofd, in aanwezigheid van griffier S. Pesch. Het is belangrijk op te merken dat de rechters A.M. van Amsterdam en A.R. Sturhoofd buiten staat waren om de beslissing mede te ondertekenen.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM
zaaknummer : 200.325.432/01
zaaknummer hoofdzaak : K22/230494
beslissing van de wrakingskamer van 11 april 2023
inzake het op 4 april 2023 ingediende wrakingsverzoek van
[verzoeker01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1941,
postadres: [adres01] ,
hierna te noemen “verzoeker”.

1.Het geding

Verzoeker heeft bij brief van 4 april 2023 een verzoek tot wraking gedaan.
Het verzoek tot wraking is gericht tegen ‘het gerechtshof Amsterdam’. De hoofdzaak betreft een artikel 12 Sv klachtprocedure. De inhoudelijke behandeling van de klacht staat gepland op 14 april 2023.

2.Ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek

Op grond van artikel 512 Sv en verder kan op verzoek van de verdachte (in de artikel 12 Sv procedure: de klager) of het Openbaar Ministerie elk van de rechters (in hoger beroep: raadsheren) die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
De verzoeker heeft zijn wrakingsverzoek gericht tegen “het Gerechtshof Amsterdam” met als grond “eerder bedrog en kennelijke corrupte praktijken, ingaand tegen de uitspraak der Raad van State G04.93.637/193-227”.
Het verzoek heeft dus geen betrekking op een of meer specifieke - met de behandeling van de hoofdzaak belaste - raadsheren, maar is gericht tegen het hele gerecht.
De wrakingskamer is van oordeel dat toepassing moet worden gegeven aan het bepaalde in paragraaf 4 lid 2 onder e van het Wrakingsprotocol van het gerechtshof Amsterdam. Dat betekent dat het wrakingsverzoek zonder behandeling ter zitting niet-ontvankelijk wordt verklaard.

3.De beslissing

De wrakingskamer verklaart de verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking.
Deze beslissing is op 11 april 2023 gegeven door mrs. A.M. van Amsterdam, R. Kuiper en A.R. Sturhoofd, in tegenwoordigheid van mr. S. Pesch, griffier.
mrs. A.M. van Amsterdam en A.R. Sturhoofd zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.