ECLI:NL:GHAMS:2023:3664

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 juni 2023
Publicatiedatum
15 februari 2024
Zaaknummer
200.309.649/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van het bedrag voor onderzoekskosten in uitkoopzaak

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een vordering van Brokking’s Beheer B.V. tot overdracht van aandelen van [A] in Fuikebrug B.V. De Ondernemingskamer heeft eerder, op 18 april 2023, geoordeeld dat de vordering toewijsbaar is en heeft een deskundige, drs. G. Rooijackers RC RV, aangesteld om de waarde van de over te dragen aandelen te bepalen. De deskundige heeft op 2 mei 2023 een plan van aanpak en begroting van de kosten van het onderzoek ingediend, waarbij hij de totale kosten voorlopig heeft begroot op € 71.000, inclusief btw.

Brokking’s Beheer heeft zich akkoord verklaard met deze begroting, maar verzocht om specifieke instructies aan de deskundige. De Ondernemingskamer heeft geen bezwaren ontvangen tegen de begroting en heeft deze als niet onredelijk beoordeeld. Daarom heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 71.000. De deskundige is verantwoordelijk voor het bepalen van de waarde van de aandelen, rekening houdend met de aanwezige machines en installaties op de onroerende goederen van Fuikebrug.

De Ondernemingskamer heeft verder besloten om de zaak te verwijzen naar de Eerste Enkelvoudige Kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken op 21 november 2023 voor de indiening van het deskundigenbericht. Dit arrest is uitvoerbaar bij voorraad en verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

arrest
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer : 200.309.649/01 OK
arrest van de Ondernemingskamer van 20 juni 2023
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BROKKING’S BEHEER B.V.,
gevestigd te Almere,
EISERES,
advocaten:
mr. A.W. van der Kroefen
mr. M.M. Hazewinkel,beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
[A],
wonende te [....] ,
advocaten:
mr. L.Z. Bosmanen
mr. J Bouman, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
GEDAAGDE.
Partijen worden hierna Brokking’s Beheer en [A] genoemd.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar het arrest van 18 april 2023, waarin de Ondernemingskamer de vordering van Brokking’s Beheer tot overdracht van de aandelen van [A] in Fuikebrug B.V. toewijsbaar heeft geoordeeld, een onderzoek door drs. G. Rooijackers RC RV (hierna: de deskundige) heeft bevolen naar de waarde van de over te dragen aandelen en hem heeft verzocht om een plan van aanpak en een begroting van de kosten van het onderzoek in te dienen.
1.2
Op 2 mei 2023 heeft de deskundige zijn plan van aanpak met begroting van de kosten van het onderzoek aan de Ondernemingskamer gestuurd.
1.3
Bij akte van 23 mei 2023 heeft Brokking’s Beheer zich met het begrote bedrag akkoord verklaard. Brokking’s Beheer verzoekt de Ondernemingskamer wel aan de deskundige op een specifiek punt instructies te geven.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De deskundige heeft het aantal uren dat het onderzoek in beslag zal nemen in voorlopige zin begroot en opgave gedaan van zijn uurtarief en het uurtarief van de door hem in te schakelen kantoorgenoten. De deskundige heeft de totale kosten van het onderzoek, voor zover het de tijdsbesteding van hemzelf en zijn kantoorgenoten betreft, vooralsnog begroot op € 71.000, inclusief btw. De kosten van eventueel te verstrekken taxatieopdrachten zijn daarin nog niet begrepen omdat thans nog te veel onduidelijkheid bestaat omtrent het aantal benodigde taxaties en de kosten daarvan.
2.2
Nu de Ondernemingskamer geen bezwaren heeft ontvangen tegen de door de deskundige ingediende begroting en de Ondernemingskamer die begroting niet onredelijk voorkomt, zal zij het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vaststellen op het door de deskundige begrote bedrag. Zo nodig kan daarvan in een latere fase van het onderzoek een verhoging worden gevraagd.
2.3
De Ondernemingskamer ziet geen aanleiding voor het geven van nadere instructies aan de deskundige. Het is aan de deskundige om te beoordelen of en in hoeverre de waarde van de over te dragen aandelen wordt beïnvloed door in of op de onroerende goederen van (de deelnemingen van) Fuikebrug aanwezige machines en installaties.
2.4
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 71.000, inclusief btw;
verwijst de zaak naar de terechtzitting van de Eerste Enkelvoudige Kamer voor de Behandeling van Burgerlijke Zaken (rol van de Ondernemingskamer) van dinsdag 21 november 2023 voor de indiening van het deskundigenbericht;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gegeven door mr. A.P. Wessels, voorzitter, mr. W.A.H. Melissen, mr. C.C. Meijer, raadsheren, en drs. M.A. Scheltema en prof. dr. mr. S. ten Have, raden, in tegenwoordigheid van mr. M.F. van Schendel, griffier, en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2023.