ECLI:NL:GHAMS:2023:3610

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 december 2023
Publicatiedatum
24 januari 2024
Zaaknummer
23-002864-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontnemingsarrest in hoger beroep met betrekking tot vrijspraak in onderliggende strafzaak

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 24 oktober 2022. Het betreft een ontnemingsvordering van het openbaar ministerie tegen de betrokkene, die eerder was veroordeeld voor het medeplegen van het telen van een grote hoeveelheid hennep. De rechtbank had de betrokkene de verplichting opgelegd tot betaling van een bedrag van € 56.642,49 ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen zowel de veroordeling als de ontnemingsmaatregel.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 23 november 2023 heeft de advocaat-generaal bevestigd dat het vonnis in eerste aanleg moest worden gehandhaafd. De raadsman van de betrokkene heeft echter primair bepleit dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is in zijn vordering, gezien de vrijspraak die de betrokkene heeft gekregen in de onderliggende strafzaak. Het hof heeft deze argumentatie gevolgd en heeft geoordeeld dat, nu de betrokkene op 7 december 2023 is vrijgesproken van de tenlastelegging in de strafzaak (parketnummer 23-001147-22), het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de ontnemingsvordering.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan door de ontnemingsvordering van het openbaar ministerie af te wijzen. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof Amsterdam en is ondertekend door de rechters en de griffier.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002864-22 (ontneming)
datum uitspraak: 7 december 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 24 oktober 2022 op de vordering van het openbaar ministerie ingevolge artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht in de ontnemingszaak met nummer
15-870709-16 tegen de betrokkene
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1963,
adres: [adres01] .

Procesgang

Het openbaar ministerie heeft in eerste aanleg gevorderd dat aan de betrokkene de verplichting zal worden opgelegd tot betaling van een geldbedrag aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, geschat tot een bedrag van € 56.642,49.
De betrokkene is bij vonnis van de rechtbank van 26 april 2022 veroordeeld ter zake van het - kort gezegd - (tweemaal) medeplegen van het telen van een grote hoeveelheid hennep.
Voorts heeft de rechtbank bij vonnis van 24 oktober 2022 de betrokkene de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 56.642,49 ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
Namens de betrokkene is hoger beroep ingesteld tegen beide vonnissen.
De betrokkene is bij arrest van dit hof van 7 december 2023 vrijgesproken van het tenlastegelegde.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
23 november 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de betrokkene en diens raadsman naar voren hebben gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep bevestiging van het vonnis in eerste aanleg gevorderd.
De raadsman heeft primair niet-ontvankelijkheid van openbaar ministerie bepleit, gelet op de in de strafzaak bepleite vrijspraak.
Nu de verdachte bij arrest van 7 december 2023 (parketnummer 23-001147-22) in hoger beroep is vrijgesproken van hetgeen hem ten laste is gelegd in de aan de ontnemingsvordering ten grondslag liggende strafzaak, zal het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in zijn vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel worden verklaard.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Lolkema, mr. R.M. Steinhaus en mr. A.M. Koolen - Zwijnenburg, in tegenwoordigheid van mr. L.M. van Leeuwen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 7 december 2023.
=========================================================================
[…]